Néerlandais A1.45.1 Qui était Vincent van Gogh ?

Vincent van Gogh wordt geboren in 1853.
Hij komt uit Zundert, een klein dorp in Brabant.

Zijn broer Theo zegt: “Je moet iets met kunst doen.”
Daarom gaat Vincent naar een kunstschool in Brussel.

Na Brussel woont Vincent in veel andere plaatsen.
Hij gaat naar Brabant, Den Haag, Drenthe, Nuenen en Antwerpen.
Maar hij voelt zich nergens echt thuis.
Hij is vaak verdrietig en alleen.

Vincent verdient geen geld met zijn kunst.
Theo helpt hem en stuurt hem soms geld.

Later verhuist Vincent naar Parijs.
Daar leert hij moderne kunstenaars kennen.
Zijn stijl verandert.
Hij gebruikt lichtere kleuren en schildert met korte penseelstreken.

Daarna gaat Vincent naar Arles, in het zuiden van Frankrijk.
Hij schildert daar vijf versies van zonnebloemen.
Maar het eerste schilderij verkoopt hij niet.

Vincent heeft het moeilijk.
Hij wordt ziek in zijn hoofd.
Op een dag snijdt hij een stuk van zijn oor af.
Daarna maakt hij een zelfportret met een verband om zijn hoofd.

Hij laat zich opnemen in een kliniek.
Daar schildert hij veel, soms met veel energie.
Maar hij is ook vaak in de war.
Soms eet hij zelfs zijn eigen verf.

Als Vincent 37 jaar is, wordt het leven te zwaar.
Hij sterft.

Pas na zijn dood wordt zijn werk beroemd.
Veel mensen vinden zijn schilderijen mooi.
Hij krijgt eindelijk waardering – maar eerst kwam die alleen van zijn broer Theo.

Vincent van Gogh est né en 1853.
Il vient de Zundert, un petit village en Brabant.

Son frère Theo dit : « Tu dois faire quelque chose avec l'art. »
C'est pourquoi Vincent va dans une école d'art à Bruxelles.

Après Bruxelles, Vincent habite dans beaucoup d'autres endroits.
Il va au Brabant, à La Haye, dans le Drenthe, à Nuenen et à Anvers.
Mais il ne se sent vraiment chez lui nulle part.
Il est souvent triste et seul.

Vincent ne gagne pas d'argent avec son art.
Theo l’aide et lui envoie parfois de l'argent.

Plus tard, Vincent déménage à Paris.
Là, il rencontre des artistes modernes.
Son style change.
Il utilise des couleurs plus claires et peint avec de petits coups de pinceau.

Puis Vincent va à Arles, dans le sud de la France.
Il y peint cinq versions de tournesols.
Mais il ne vend pas le premier tableau.

Vincent a des difficultés.
Il tombe malade dans sa tête.
Un jour, il se coupe un morceau de l'oreille.
Ensuite, il réalise un autoportrait avec un bandage autour de la tête.

Il se fait hospitaliser dans une clinique.
Là, il peint beaucoup, parfois avec beaucoup d'énergie.
Mais il est aussi souvent confus.
Parfois, il mange même sa propre peinture.

Quand Vincent a 37 ans, la vie devient trop dure.
Il meurt.

Ce n’est qu’après sa mort que son travail devient célèbre.
Beaucoup de gens trouvent ses peintures belles.
Il reçoit enfin de la reconnaissance – mais au début, elle venait seulement de son frère Theo.