Ontvangen (recevoir) - Conjugaison des verbes et exercices Partager Copié !

Conjugaison de ontvangen (recevoir) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A1

Module 1: Jezelf voorstellen (Se présenter)

Leçon 8: Adres en contactgegevens (Adresse et coordonnées)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Ontvangen (Recevoir)	Ontvangen (Recevoir)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Néerlandais	Français
(ik) heb ontvangen	j'ai reçu
(jij) hebt ontvangen / hebt ontvangen	tu as reçu / as reçu
(hij/zij/het) heeft ontvangen	il/elle/on a reçu
(wij) hebben ontvangen	nous avons reçu
(jullie) hebben ontvangen	vous avez reçu
(zij) hebben ontvangen	ils ont reçu

Néerlandais	Français
(ik) zal ontvangen hebben	je recevrai
(jij) zult/zal ontvangen hebben	tu auras reçu
(hij/zij/het) zal ontvangen hebben	il/elle aura reçu
(wij) zullen ontvangen hebben	nous aurons reçu
(jullie) zullen ontvangen hebben	vous aurez reçu
(zij) zullen ontvangen hebben	ils auront reçu

Néerlandais	Français
(ik) zal ontvangen hebben	j'aurai reçu
(jij) zult/zal ontvangen hebben	tu auras reçu
(hij/zij/het) zal ontvangen hebben	il/elle/on aura reçu
(wij) zullen ontvangen hebben	nous aurons reçu
(jullie) zullen ontvangen hebben	vous aurez reçu
(zij) zullen ontvangen hebben	ils auront reçu

Conditionele wijs

Néerlandais	Français
(ik) zou ontvangen hebben	je recevrais
(jij) zou ontvangen hebben	tu aurais reçu
(hij/zij/het) zou ontvangen hebben	il/elle/on aurait reçu
(wij) zouden ontvangen hebben	nous aurions reçu
(jullie) zouden ontvangen hebben	vous auriez reçu
(zij) zouden ontvangen hebben	ils auraient reçu

Imperatief (gebiedende wijs)

Néerlandais	Français
Ontvang!	reçois