Opmerken (remarquer) - Conjugaison des verbes et exercices

Conjugaison de opmerken (remarquer) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

 Opmerken (remarquer) - Conjugaison des verbes et exercices

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A2

Module 6: Op het werk (Au travail)

Leçon 40: Kantoor en vergaderingen (Bureau et réunions)

Infinitief Voltooid deelwoord
Opmerken (remarquer) Opgemerkt (remarqué)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Néerlandais Français
ik opmerk je remarque
jij opmerkt/merk jij op tu remarques/remarques-tu
hij/zij/het merkt op il/elle/on remarque
wij merken op nous remarquons
jullie merken op vous remarquez
zij merken op ils remarquent

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Néerlandais Français
(ik) merkte op je remarquai
(jij) merkte op / merkte op? tu remarquais / remarquais
(hij/zij/het) merkte op il/elle/on a remarqué
(wij) merkten op nous remarquions
(jullie) merkten op vous remarquiez
(zij) merkten op ils remarquaient

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Néerlandais Français
(ik) heb opgemerkt j'ai remarqué
(jij) hebt opgemerkt/hebt opgemerkt tu as remarqué
(hij/zij/het) heeft opgemerkt il/elle/on a remarqué
(wij) hebben opgemerkt nous avons remarqué
(jullie) hebben opgemerkt vous avez remarqué
(zij) hebben opgemerkt ils ont remarqué

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Néerlandais Français
(ik) heb opgemerkt j'ai remarqué
(jij) hebt opgemerkt / hebt opgemerkt tu as remarqué
(hij/zij/het) heeft opgemerkt il a remarqué
(wij) hebben opgemerkt nous avons remarqué
(jullie) hebben opgemerkt vous avez remarqué
(zij) hebben opgemerkt ils ont remarqué

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal opmerken je remarquerai
(jij) zal opmerken / zul opmerken tu remarqueras
(hij/zij/het) zal opmerken il/elle/on remarquera
(wij) zullen opmerken nous remarquerons
(jullie) zullen opmerken vous remarquerez
(zij) zullen opmerken ils remarqueront

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Néerlandais Français
(ik) zal hebben opgemerkt j'aurai remarqué
(jij) zult hebben opgemerkt / zul hebben opgemerkt tu auras remarqué
(hij/zij/het) zal hebben opgemerkt il/elle/on aura remarqué
(wij) zullen hebben opgemerkt nous aurons remarqué
(jullie) zullen hebben opgemerkt vous aurez remarqué
(zij) zullen hebben opgemerkt ils auront remarqué
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Néerlandais Français
ik zou opmerken je remarquerais
jij zou opmerken / zou jij opmerken tu remarquerais
(hij/zij/het) hij zou opmerken / zij zou opmerken / het zou opmerken il remarquerait / elle remarquerait / il remarquerait
wij zouden opmerken nous remarquerions
jullie zouden opmerken vous remarqueriez
zij zouden opmerken ils remarqueraient

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Néerlandais Français
(ik) zou opgemerkt hebben je aurais remarqué
(jij) zou opgemerkt hebben tu aurais remarqué
(hij/zij/het) zou opgemerkt hebben il aurait remarqué
(wij) zouden opgemerkt hebben nous aurions remarqué
(jullie) zouden opgemerkt hebben vous auriez remarqué
(zij) zouden opgemerkt hebben ils auraient remarqué
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Néerlandais Français
Opmerk! tu remarques