Simon zeigt uns wie er einkauft, um gesund und fit zu bleiben.
Simon laat ons zien hoe hij boodschappen doet om gezond en fit te blijven.

Oefening 1: Video

Instructie: Bekijk de video en bespreek wat je begrijpt met je docent.

Oefening 2: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

Um gesund und fit zu bleiben gibt es einige Lebensmittel die nicht fehlen dürfen...

Om gezond en fit te blijven, mogen bepaalde voedingsmiddelen niet ontbreken...
Wenn ich in Form kommen will, ist das mein Einkauf (Als ik in vorm wil komen, is dit mijn boodschappenlijstje)
Wir fangen in der Gemüseabteilung an. (We beginnen bij de groenteafdeling.)
Ich nehme grünes Gemüse, weil es viele Vitamine und Ballaststoffe hat. (Ik neem groene groenten omdat ze veel vitamines en vezels bevatten.)
Ich esse jeden Tag 500 Gramm Obst und Gemüse. (Ik eet elke dag 500 gram fruit en groenten.)
Ich nehme einen Brokkoli-Blumenkohl-Mix mit. (Ik neem een broccoli-bloemkoolmix mee.)
Spargel kaufe ich auch. (Asperges koop ik ook.)
Dann kaufe ich Beeren. (Dan koop ik bessen.)
Beeren haben wenig Kalorien und machen satt. (Bessen bevatten weinig calorieën en maken verzadigd.)
Ich kaufe auch Bananen. (Ik koop ook bananen.)
Bananen esse ich vor dem Sport. (Bananen eet ik voor het sporten.)
Jetzt kommen wir zu den Kohlenhydraten. (Nu komen we bij de koolhydraten.)
Ich kaufe Vollkorntoast, Reis und Nudeln. (Ik koop volkoren toast, rijst en noedels.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.