Ankommen (aankomen) - Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Ankommen - Verbuiging van aankomen in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief. (Prasens, indikativ).
Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Ankommen (aankomen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Uhrzeit und Uhr ablesen (Hoe laat is het? De klok lezen.)
Vervoeging van aankomen in de tegenwoordige tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) komme an | ik kom aan |
(du) kommst an | jij komt aan |
(er/sie/es) kommt an | hij/zij/het komt aan |
(wir) kommen an | wij komen aan |
(ihr) kommt an | jullie komen aan |
(sie) kommen an | zij komen aan |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich komme pünktlich um halb zwei an. | Ik kom precies om half twee aan. |
Du kommst um zehn Uhr an, oder? | Jij komt om tien uur aan, toch? |
Er kommt um die richtige Uhrzeit an. | Hij komt op het juiste tijdstip aan. |
Wir kommen gleich nach der Minute an. | Wij komen direct na de minuut aan. |
Ihr kommt immer zu spät an. | Jullie komen altijd te laat aan. |
Sie kommen morgen um die Stunde an. | zij komen morgen om het uur aan |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
kommen, komme, an, kommt, kommst
1.
Ich ... pünktlich um halb zwei ....
(Ik kom precies om half twee aan.)
2.
Du ... um zehn uhr ..., oder?
(Je komt om tien uur aan, toch?)
3.
Er ... um die richtige uhrzeit ....
(Hij komt op het juiste tijdstip aan.)
4.
Wir ... gleich nach der minute ....
(We komen gelijk na de minuut aan.)
5.
Ihr ... immer zu spät ....
(Jullie komen altijd te laat aan.)
6.
Sie ... morgen um die stunde ....
(Ze komen morgen over een uur aan.)