Antworten (antwoorden) - Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Antworten - Vervoeging van antwoorden in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Präsens, indikativ).
Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Antworten (antwoorden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Dinge fragen (Dingen vragen)
Vervoeging van antwoorden in de tegenwoordige tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) antworte | ik antwoord |
(du) antwortest | jij antwoordt |
(er/sie/es) antwortet | hij/zij/het antwoordt |
(wir) antworten | wij antwoorden |
(ihr) antwortet | jullie antwoorden |
(sie) antworten | zij antwoorden |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich antworte auf die Frage zu Hause. | Ik antwoord thuis. |
Du antwortest richtig auf die Fragen. | jij antwoordt correct op de vragen |
Er antwortet oft auf schwierige Fragen. | Hij antwoordt vaak op moeilijke vragen. |
Wir antworten zusammen auf alle Fragen. | Wij antwoorden samen op alle vragen. |
Ihr antwortet immer schnell auf Nachrichten. | Jullie antwoorden altijd snel op berichten. |
Sie antworten freundlich bei jedem Thema. | zij antwoorden vriendelijk bij elk onderwerp |