Einchecken (inchecken) - Perfekt, indikativ (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Einchecken - Verbuiging van inchecken in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tijd, aanwijzende wijs (Perfekt, indikativ).
Perfekt, indikativ (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Einchecken (inchecken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Im Hotel (Op hotel)
Verleden tijd van inchecken in perfekt
Duits | Nederlands |
---|---|
ich habe eingecheckt | ik heb ingecheckt |
du hast eingecheckt | jij hebt ingecheckt |
er/sie/es hat eingecheckt | hij/zij/het heeft ingecheckt |
wir haben eingecheckt | wij hebben ingecheckt |
ihr habt eingecheckt | jullie hebben ingecheckt |
sie haben eingecheckt | zij hebben ingecheckt |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich habe an der Rezeption eingecheckt. | Ik heb ingecheckt bij de receptie. |
Du hast gestern im Hotel eingecheckt. | Jij hebt gisteren in het hotel ingecheckt. |
Er hat schnell am Schalter eingecheckt. | Hij heeft snel bij de balie ingecheckt. |
Wir haben um 14 Uhr eingecheckt. | Wij hebben om 14 uur ingecheckt. |
Ihr habt den Schlüssel beim Einchecken bekommen. | Jullie hebben de sleutel bij het inchecken gekregen. |
Sie haben online eingecheckt und die Buchung bestätigt. | Zij hebben online ingecheckt en de boeking bevestigd. |