Leer met deze les nuttige Duitse uitdrukkingen voor het inchecken, extra wensen en probleem melden in een hotel, zoals 'einchecken' (inchecken), 'Reservierung' (reservering) en 'Beschwerde' (klacht). Ontdek praktische dialogen en werkwoordvervoegingen voor een soepel verblijf.
Woordenschat (11) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Übung 1: Gespreksoefening
Anleitung:
- Speel een dialoog af tussen het hotelpersoneel en de gast tijdens het inchecken. (Speel een dialoog af tussen het hotelpersoneel en de gast tijdens het inchecken.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ich habe eine Reservierung bei booking.com gemacht. Ik heb een reservering gemaakt bij booking.com. |
Wie lautet Ihre Reservierungsnummer? Wat is uw reserveringsnummer? |
Das Frühstück beginnt um 7 Uhr und endet um 10 Uhr. Het ontbijt begint om 7 uur en eindigt om 10 uur. |
Ihre Zimmernummer ist 215, in der zweiten Etage. Uw kamernummer is 215, op de tweede verdieping. |
Das Speisezimmer befindet sich neben dem Aufzug im Erdgeschoss. De eetkamer is naast de lift op de eerste verdieping. |
Könnte ich ein zusätzliches Handtuch haben? Zou ik een extra handdoek kunnen krijgen? |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ich __________ jetzt im Hotel ein.
(Ik __________ nu het hotel in.)2. Wir haben gestern __________ und unser Zimmer bekommen.
(We hebben gisteren __________ en onze kamer gekregen.)3. Ich __________ mich an der Rezeption über das kaputte Handtuch.
(Ik __________ bij de receptie over de kapotte handdoek.)4. Nach dem Frühstück __________ wir aus und geben den Schlüssel zurück.
(Na het ontbijt __________ we uit en geven de sleutel terug.)Oefening 4: In het hotel: het verblijf van mevrouw Müller
Instructie:
Werkwoordschema's
Einchecken - Inchecken
Präsens
- ich checke ein
- du checkst ein
- er/sie/es checkt ein
- wir checken ein
- ihr checkt ein
- sie/Sie checken ein
Sich beschweren - Klagen
Präsens
- ich beschwere mich
- du beschwerst dich
- er/sie/es beschwert sich
- wir beschweren uns
- ihr beschwert euch
- sie/Sie beschweren sich
Bekommen - Krijgen
Präsens
- ich bekomme
- du bekommst
- er/sie/es bekommt
- wir bekommen
- ihr bekommt
- sie/Sie bekommen
Fragen - Vragen
Präsens
- ich frage
- du fragst
- er/sie/es fragt
- wir fragen
- ihr fragt
- sie/Sie fragen
Versprechen - Beloften
Präsens
- ich verspreche
- du versprichst
- er/sie/es verspricht
- wir versprechen
- ihr versprecht
- sie/Sie versprechen
Danken - Bedanken
Präsens
- ich danke
- du dankst
- er/sie/es dankt
- wir danken
- ihr dankt
- sie/Sie danken
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Einchecken inchecken Delen Gekopieerd!
Präsens
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) checke ein | ik check in |
(du) checkst ein | jij checkt in |
(er/sie/es) checkt ein | hij/zij/het checkt in |
(wir) checken ein | wij checken in |
(ihr) checkt ein | jullie checken in |
(sie) checken ein | zij checken in |
Einchecken inchecken Delen Gekopieerd!
Perfekt
Duits | Nederlands |
---|---|
ich habe eingecheckt | ik heb ingecheckt |
du hast eingecheckt | jij hebt ingecheckt |
er/sie/es hat eingecheckt | hij/zij/het heeft ingecheckt |
wir haben eingecheckt | wij hebben ingecheckt |
ihr habt eingecheckt | jullie hebben ingecheckt |
sie haben eingecheckt | zij hebben ingecheckt |
Sich beschweren klagen Delen Gekopieerd!
Präsens
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) beschwere mich | ik klaag |
(du) beschwerst dich | jij klaagt |
(er/sie/es) beschwert sich | hij/zij/het klaagt |
(wir) beschweren uns | wij klagen |
(ihr) beschwert euch | jullie klagen |
(sie) beschweren sich | zij klagen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Overzicht van de les "Im Hotel"
Deze les is gericht op het leren van Duits in de context van een hotelverblijf, geschikt voor het niveau A2. Je leert hoe je gesprekken voert bij het inchecken, aanvullende wensen uitspreekt en problemen tijdens je verblijf meldt. De nadruk ligt op praktische communicatie en veelgebruikte uitdrukkingen in een hotelsituatie.
Belangrijke onderwerpen in deze les
- Inchecken en reserveringen: Zinnen zoals "Guten Tag, ich habe eine Reservierung auf den Namen Müller" en vragen naar een identiteitsbewijs.
- Vragen om extra services: Bijvoorbeeld "Ich hätte gerne ein zusätzliches Kissen" of het regelen van een wekdienst.
- Problemen melden: Handige uitdrukkingen zoals "Ich möchte ein Problem melden" en het aangeven van defecten in het hotel, bijvoorbeeld aan de airconditioning of internetverbinding.
Belangrijke woorden en uitdrukkingen
- einchecken (inchecken), auschecken (uitchecken)
- Reservierung (reservering), Reisepass (paspoort), Ausweis (identiteitsbewijs)
- Zimmer (kamer), Gepäck (bagage)
- zusätzlich (extra), Kissen (kussen), Weckruf (wekdienst)
- sich beschweren (klagen), Problem melden (een probleem melden)
Werkwoordvervoegingen in de les
De les bevat oefeningen met werkwoorden die vaak voorkomen in hotelsituaties, zoals einchecken, sich beschweren, bekommen, fragen, versprechen en danken. Voorbeeld:
ich checke ein, du checkst ein, er/sie/es checkt ein
Vergelijking tussen Nederlands en Duits in deze context
Hoewel veel woorden in het Duits lijken op hun Nederlandse tegenhangers, zijn er enkele verschillen die belangrijk zijn om te onthouden. Bijvoorbeeld:
- einchecken / inchecken: Beide talen gebruiken een vergelijkbare term voor het inchecken bij een hotel.
- Reisepass / paspoort: In het Duits is "Reisepass" gebruikelijk voor paspoort, terwijl in het Nederlands "paspoort" wordt gebruikt.
- sich beschweren / klagen: In het Duits is "sich beschweren" het reflexieve werkwoord voor "klagen", in het Nederlands is "klagen" niet reflexief.
Enkele nuttige Duitse zinnen voor deze situatie zijn:
- "Ich habe eine Reservierung auf den Namen..." – "Ik heb een reservering op naam van..."
- "Könnten Sie bitte meinen Weckruf einstellen?" – "Kunt u alsjeblieft een wekdienst voor mij regelen?"
- "Das Badezimmer ist leider sehr laut." – "De badkamer is helaas erg luidruchtig."