Feiern (vieren) - Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Feiern - Verbuiging van vieren in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Prasens, indikativ).
Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Feiern (vieren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Sagen Sie Ihr Alter (Je leeftijd zeggen)
Verbuiging van vieren in de tegenwoordige tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) feiere | Ik vier |
(du) feierst | jij viert |
(er/sie/es) feiert | hij/zij/het viert |
(wir) feiern | wij vieren |
(ihr) feiert | jullie vieren |
(sie) feiern | zij vieren |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich feiere meinen Geburtstag im Januar. | Ik vier mijn verjaardag in januari. |
Du feierst heute eine kleine Party. | Jij viert vandaag een klein feestje. |
Sie feiert ihren Geburtstag mit der Familie. | Ze viert haar verjaardag met de familie. |
Wir feiern das Alter unserer Großeltern. | Wij vieren de leeftijd van onze grootouders. |
Ihr feiert den Geburtstag eurer Tochter. | Jullie vieren de verjaardag van jullie dochter. |
Sie feiern jeden Monat einen kleinen Kuchen. | Zij vieren elke maand een kleine taart. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
feierst, feiert, feiere, feiern
1.
Sie ... jeden monat einen kleinen kuchen.
(Ze vieren elke maand een kleine taart.)
2.
Du ... heute eine kleine party.
(Je viert vandaag een klein feestje.)
3.
Wir ... das alter unserer großeltern.
(We vieren de leeftijd van onze grootouders.)
4.
Ihr ... den geburtstag eurer tochter.
(Jullie vieren de verjaardag van jullie dochter.)
5.
Ich ... meinen geburtstag im januar.
(Ik vier mijn verjaardag in januari.)
6.
Sie ... ihren geburtstag mit der familie.
(Ze viert haar verjaardag met de familie.)