Finden (vinden) - Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Finden - Vervoeging van vinden in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Präsens, indikativ).
Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Finden (vinden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Charakter und Persönlichkeit (Karakter en persoonlijkheid)
Vervoeging van vinden in de tegenwoordige tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) finde | ik vind |
(du) findest | jij vindt |
(er/sie/es) findet | hij/zij/het vindt |
(wir) finden | wij vinden |
(ihr) findet | jullie vinden |
(sie) finden | zij vinden |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich finde die Person sehr freundlich. | Ik vind de persoon heel vriendelijk. |
Du findest ihn lustig und nett. | Je vindt hem grappig en aardig. |
Sie findet den Freund ehrlich und offen. | Zij vindt de vriend eerlijk en open. |
Wir finden jemanden faul, aber ehrlich. | wij vinden iemand lui, maar eerlijk |
Ihr findet die Person schüchtern und nett. | Jullie vinden de persoon verlegen en aardig. |
Sie finden die Antwort sehr schlau. | Zij vinden het antwoord erg slim. |