Glauben (geloven) - Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Glauben - Vervoeging van geloven in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanwijzende wijs (Präsens, indikativ).
Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Glauben (geloven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Charakter und Persönlichkeit (Karakter en persoonlijkheid)
Verbuiging van geloven in de tegenwoordige tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) glaube | ik geloof |
(du) glaubst | jij gelooft |
(er/sie/es) glaubt | hij/zij/het gelooft |
(wir) glauben | wij geloven |
(ihr) glaubt | jullie geloven |
(sie) glauben | zij geloven |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich glaube, die Person ist freundlich. | Ik geloof dat de persoon vriendelijk is. |
Du glaubst, er ist sehr lustig. | Je gelooft dat hij erg grappig is. |
Sie glaubt, dass er ehrlich ist. | Ze gelooft dat hij eerlijk is. |
Wir glauben, die Person ist offen und nett. | Wij geloven dat de persoon open en aardig is. |
Ihr glaubt, er ist manchmal faul. | Jullie geloven dat hij soms lui is. |
Sie glauben, jemand ist schüchtern. | U gelooft dat iemand verlegen is. |