Hören (horen) - Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Hören (hören) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Horen - Vervoeging van Hören in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatieve wijs (Präsens, indikativ).

Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Hören (hören) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Duitse les - Sinne und Wahrnehmung (Zintuigen en waarnemen)

Verbuiging van hören in tegenwoordige tijd

Duits Nederlands
ich höre ik hoor
du hörst je hoort
er/sie/es hört hij/zij/het hoort
wir hören wij horen
ihr hört jullie horen
sie hören zij horen

Voorbeeldzinnen

Duits Nederlands
Ich höre das Geräusch sehr laut. Ik hoor het geluid heel hard.
Du hörst die leise Musik im Zimmer. Jij hoort de zachte muziek in de kamer.
Er hört die Stille nach dem Regen. Hij hoort de stilte na de regen.
Wir hören die Vögel im Garten. Wij horen de vogels in de tuin.
Ihr hört den salzigen Wind am Meer. Jullie horen de zoute wind aan zee.
Sie hören das süße Lied im Radio. Zij horen het zoete lied op de radio.