Kommen (komen) - Perfekt, indikativ (Perfect, indicatief)

 Kommen (komen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Kommen - Oefeningen en voorbeelden met de vervoegingstabel van komen in het Duits in de voltooide tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Perfekt, indikativ).

Perfekt, indikativ (Perfect, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Kommen (komen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Duitse les - Woher kommst du? (Waar kom je vandaan?)

Vervoeging van komen in de voltooide tijd

Duits Nederlands
(ich) bin gekommen ik ben gekomen
(du) bist gekommen je bent gekomen
(er/sie/es) ist gekommen hij/zij/het is gekomen
(wir) sind gekommen wij zijn gekomen
(ihr) seid gekommen jullie zijn gekomen
(sie) sind gekommen zij zijn gekomen

Voorbeeldzinnen

Duits Nederlands
Ich bin zum Bahnhof gekommen. Ik ben naar het station gekomen.
Du bist zur Haltestelle gekommen. Jij bent bij het bushalte gekomen.
Er ist geradeaus gekommen. Hij is rechtdoor gekomen.
Wir sind in die Richtung gekommen. wij zijn in de richting gekomen
Ihr seid rechts gekommen. Jullie zijn rechts gekomen.
Sie sind ins Stadtzentrum gekommen. zij zijn in het stadscentrum gekomen

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

ist, bist, bin, sind, gekommen, seid

1.
Wir ... in die richtung ....
(We zijn in de richting gekomen.)
2.
Du ... zur haltestelle ....
(Je bent bij de halte gekomen.)
3.
Er ... geradeaus ....
(Hij is rechtdoor gekomen.)
4.
Ich ... zum bahnhof ....
(Ik ben naar het station gekomen.)
5.
Ihr ... rechts ....
(Jullie zijn rechts gekomen.)
6.
Sie ... ins stadtzentrum ....
(U bent naar het stadscentrum gekomen.)