Kommen (komen) - Perfekt, indikativ (Perfect, indicatief) Delen Gekopieerd!

Kommen - Oefeningen en voorbeelden met de vervoegingstabel van komen in het Duits in de voltooide tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Perfekt, indikativ).
Perfekt, indikativ (Perfect, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Kommen (komen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Woher kommst du? (Waar kom je vandaan?)
Vervoeging van komen in de voltooide tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) bin gekommen | ik ben gekomen |
(du) bist gekommen | je bent gekomen |
(er/sie/es) ist gekommen | hij/zij/het is gekomen |
(wir) sind gekommen | wij zijn gekomen |
(ihr) seid gekommen | jullie zijn gekomen |
(sie) sind gekommen | zij zijn gekomen |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich bin zum Bahnhof gekommen. | Ik ben naar het station gekomen. |
Du bist zur Haltestelle gekommen. | Jij bent bij het bushalte gekomen. |
Er ist geradeaus gekommen. | Hij is rechtdoor gekomen. |
Wir sind in die Richtung gekommen. | wij zijn in de richting gekomen |
Ihr seid rechts gekommen. | Jullie zijn rechts gekomen. |
Sie sind ins Stadtzentrum gekommen. | zij zijn in het stadscentrum gekomen |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
ist, bist, bin, sind, gekommen, seid
1.
Wir ... in die richtung ....
(We zijn in de richting gekomen.)
2.
Du ... zur haltestelle ....
(Je bent bij de halte gekomen.)
3.
Er ... geradeaus ....
(Hij is rechtdoor gekomen.)
4.
Ich ... zum bahnhof ....
(Ik ben naar het station gekomen.)
5.
Ihr ... rechts ....
(Jullie zijn rechts gekomen.)
6.
Sie ... ins stadtzentrum ....
(U bent naar het stadscentrum gekomen.)