Mögen (mogen) - Konjunktiv II Präsens, konjunktiv (Aanvoegende wijs II tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs) Delen Gekopieerd!
Mogen - Vervoeging van Mögen in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de aanvoegende wijs II, aanvoegende wijs tijd (Konjunktiv II Präsens, konjunktiv).
Konjunktiv II Präsens, konjunktiv (Aanvoegende wijs II tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Mögen (mögen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Farben (Kleuren)
Verbuiging van mögen in Konjunktiv II tegenwoordige tijd
| Duits | Nederlands |
|---|---|
| (ich) möchte | ik zou willen |
| (du) möchtest | jij zou willen |
| (er/sie/es) möchte | hij/zij/het zou willen |
| (wir) möchten | wij zouden graag |
| (ihr) möchtet | jullie zouden willen |
| (sie) möchten | zij zouden mogen |
Voorbeeldzinnen
| Duits | Nederlands |
|---|