Mögen (mogen) - Konjunktiv II Präsens, konjunktiv (Aanvoegende wijs II tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)

 Mögen (mögen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Mogen - Vervoeging van Mögen in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de aanvoegende wijs II, aanvoegende wijs tijd (Konjunktiv II Präsens, konjunktiv).

Konjunktiv II Präsens, konjunktiv (Aanvoegende wijs II tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Mögen (mögen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Duitse les - Farben (Kleuren)

Verbuiging van mögen in Konjunktiv II tegenwoordige tijd

Duits Nederlands
(ich) möchte ik zou willen
(du) möchtest jij zou willen
(er/sie/es) möchte hij/zij/het zou willen
(wir) möchten wij zouden graag
(ihr) möchtet jullie zouden willen
(sie) möchten zij zouden mogen

Voorbeeldzinnen

Duits Nederlands