Sein (zijn) - Perfekt, indikativ (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief)

 Sein (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Sein - Vervoeging van zijn in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tijd, aantonende wijs (Perfekt, indikativ).

Perfekt, indikativ (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Sein (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Duitse les - Grüße und Abschiede (Groeten en afscheid)

Vervoeging van zijn in de perfectum

Duits Nederlands
(ich) bin gewesen ik ben geweest
(du) bist gewesen jij bent geweest
(er/sie/es) ist gewesen hij/zij/het is geweest
(wir) sind gewesen wij zijn geweest
(ihr) seid gewesen jullie zijn geweest
(sie) sind gewesen zij zijn geweest

Voorbeeldzinnen

Duits Nederlands
Ich bin beim Training gewesen. Ik ben bij de training geweest.
Du bist beim Fußballspiel gewesen. Jij bent bij de voetbalwedstrijd geweest.
Er ist beim Basketballschwimmen gewesen. Hij is gaan basketballzwemmen.
Wir sind fit gewesen nach dem Sport. Wij zijn fit geweest na het sporten.
Ihr seid beim Tanzen gewesen. Jullie zijn aan het dansen geweest.
Sie sind beim Fahrrad fahren gewesen. zij zijn fietsen geweest