Leer basisbegroetingen en afscheid nemen in het Duits met veelgebruikte zinnen, werkwoordvervoegingen en dagelijkse dialoogvoorbeelden. Deze les is ideaal voor beginners die praktische communicatievaardigheden willen ontwikkelen.
Woordenschat (15) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Orden de volgende woorden op een zinvolle manier in de categorieën „Begroetingen“ of „Afscheid“.
Begrüßungen
Abschiede
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Bis bald
Tot ziens
2
Gut
Goed
3
Sprechen
Spreken
4
Hallo
Hallo
5
Guten Abend
Goedenavond
Übung 5: Gespreksoefening
Anleitung:
- Gebruik de juiste begroeting in elke situatie en begin een praatje. (Gebruik de juiste begroeting in elke situatie en begin een praatje.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Guten Morgen! Goedemorgen! |
Guten Nachmittag! Goedemiddag! |
Guten Abend! Goedenavond! |
Wie geht es dir? Hoe gaat het met je? |
Gut. Und dir? Prima. En met jou? |
Bis später! Tot ziens! |
Entschuldigung, können Sie das bitte wiederholen? Sorry, kun je het herhalen alsjeblieft? |
Ich verstehe nicht. Ik begrijp het niet. |
Könnten Sie das buchstabieren? Kunt u dat spellen? |
Freut mich, Sie kennenzulernen. Aangenaam kennis te maken. |
... |
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ich ___ müde und sage: Gute Nacht!
(Ik ___ moe en zeg: Goede nacht!)2. Du ___ gut Deutsch.
(Jij ___ goed Duits.)3. Er ___ die Frage nicht.
(Hij ___ de vraag niet.)4. Wir ___: Bis bald, Tschüss!
(Wij ___: Tot ziens, doei!)Oefening 8: Begroeting op kantoor
Instructie:
Werkwoordschema's
Sein - Zijn
Präsens
- ich bin
- du bist
- er/sie/es ist
- wir sind
- ihr seid
- sie/Sie sind
Sprechen - Spreken
Präsens
- ich spreche
- du sprichst
- er/sie/es spricht
- wir sprechen
- ihr sprecht
- sie/Sie sprechen
Gehen - Gaan
Präsens
- ich gehe
- du gehst
- er/sie/es geht
- wir gehen
- ihr geht
- sie/Sie gehen
Antworten - Antwoorden
Präsens
- ich antworte
- du antwortest
- er/sie/es antwortet
- wir antworten
- ihr antwortet
- sie/Sie antworten
Sagen - Zeggen
Präsens
- ich sage
- du sagst
- er/sie/es sagt
- wir sagen
- ihr sagt
- sie/Sie sagen
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Sein zijn Delen Gekopieerd!
prasens
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) bin | ik ben |
(du) bist | jij bent |
(er/sie/es) ist | er/zij/het is |
(wir) sind | wij zijn |
(ihr) seid | jullie zijn |
(sie) sind | zij zijn |
Sprechen spreken Delen Gekopieerd!
prasens
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) spreche | ik spreek |
(du) sprichst | jij spreekt |
(er/sie/es) spricht | hij/zij/het spreekt |
(wir) sprechen | wij spreken |
(ihr) sprecht | jullie spreken |
(sie) sprechen | zij spreken |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Begroetingen en Afscheid nemen: Je eerste Duitse conversaties
Deze les richt zich op het leren van basisbegroetingen en manieren om afscheid te nemen in het Duits, een essentieel onderdeel van dagelijkse communicatie. Je leert veelgebruikte uitdrukkingen zoals Hallo, Guten Morgen en Auf Wiedersehen, die je helpen om op een beleefde en natuurlijke manier contact te maken met anderen.
Belangrijke woorden en zinnen
- Hallo, wie geht's dir heute?
- Guten Abend, ich hoffe, dir geht es gut.
- Tschüss! Bis bald!
- Kannst du das bitte wiederholen?
Je oefent ook eenvoudige dialogen voor verschillende alledaagse situaties, zoals begroeten op kantoor, in de supermarkt of in de les. Zo kan je oefenen hoe je vragen stelt, beleefdheden uitwisselt en gepast afscheid neemt.
Focus op persoonsvormen en werkwoorden
In deze A1-les besteed je aandacht aan het correct vervoegen van relevante werkwoorden zoals sein, sprechen, gehen, antworten en sagen. Deze worden gebruikt in context, wat helpt bij het begrijpen en toepassen in conversaties.
Verschillen met het Nederlands
In het Duits worden begroetingen vaak wat formeler en zijn persoonsvormen strikt afhankelijk van het onderwerp, bijvoorbeeld du bist versus ich bin. Nederlandse begroetingen zoals "Hallo" worden ook in het Duits gebruikt, maar uitdrukkingen zoals Guten Morgen hebben geen direct Nederlands woord voor "goed," dus de betekenis is letterlijk "goede ochtend." Het woord Auf Wiedersehen betekent letterlijk "tot weerzien," waar wij simpelweg "tot ziens" zeggen.
Denk eraan dat het Duits in formele situaties soms beleefder kan zijn met Sie, terwijl het Nederlands vooral het informele "je" gebruikt. Daarom zie je in deze les vooral informele begroetingen die beginners snel kunnen toepassen.