Sich vorbereiten (zich voorbereiden) - Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Sich vorbereiten (zich voorbereiden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Sich vorbereiten - Verbuiging van zich voorbereiden in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Präsens, indikativ).

Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Sich vorbereiten (zich voorbereiden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Duitse les - Koffer packen (Je bagage pakken)

vervoeging van zich voorbereiden in de tegenwoordige tijd

Duits Nederlands

Voorbeeldzinnen

Duits Nederlands