A2.2: Je bagage pakken

Ihr Gepäck packen

Leer in deze les hoe je einen Koffer kaufst, packst und am Flughafen Gepäckregeln klärst. Belangrijke woorden zijn zum Beispiel Koffer, Handgepäck, packen, vergessen en Gepäckregel.

Woordenschat (15)

 Das Gepäck: De bagage (Duits)

Das Gepäck

Show

De bagage Show

 Der Koffer: De koffer (Duits)

Der Koffer

Show

De koffer Show

 Der Rucksack: De rugzak (Duits)

Der Rucksack

Show

De rugzak Show

 Die Unterwäsche: het ondergoed (Duits)

Die Unterwäsche

Show

Het ondergoed Show

 Voll : vol (Duits)

Voll

Show

Vol Show

 Leer: leeg (Duits)

Leer

Show

Leeg Show

 Das Handgepäck: Het handbagage (Duits)

Das Handgepäck

Show

Het handbagage Show

 Die Sonnenbrille: de zonnebril (Duits)

Die Sonnenbrille

Show

De zonnebril Show

 Wichtig: belangrijk (Duits)

Wichtig

Show

Belangrijk Show

 Hoffentlich: Hopelijk (Duits)

Hoffentlich

Show

Hopelijk Show

 Unterwegs: Onderweg (Duits)

Unterwegs

Show

Onderweg Show

 Einpacken (inpakken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Einpacken

Show

Inpakken Show

 Auspacken (uitpakken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Auspacken

Show

Uitpakken Show

 Sich vorbereiten (zich voorbereiden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Sich vorbereiten

Show

Zich voorbereiden Show

 Vergessen (vergeten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vergessen

Show

Vergeten Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Der Koffer


De koffer

2

Hoffentlich


Hopelijk

3

Leer


Leeg

4

Der Rucksack


De rugzak

5

Wichtig


Belangrijk

Übung 2: Gespreksoefening

Anleitung:

  1. Welche Gegenstände sollten für welche Art von Urlaub eingepackt werden? (Welke spullen moeten worden ingepakt voor welk type vakantie?)
  2. Welche Art von Koffer ist am besten für welchen Urlaubstyp geeignet? (Welk type koffer is het beste voor welk type vakantie?)
  3. Packst du manchmal zu viel und überschreitest das Limit? (Pak je soms te veel in en ga je over de limiet heen?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Ein Bikini, Badehosen und eine Sonnenbrille sind am besten für einen Strandurlaub geeignet.

Een bikini, zwembroek en zonnebril zijn het beste voor een strandvakantie.

Ich nehme kleine Gegenstände in mein Handgepäck mit.

Ik neem kleine spullen mee in mijn handbagage.

Für längere Urlaube gebe ich einen zusätzlichen Koffer auf oder manchmal einen kleinen Trolley.

Voor langere vakanties check ik een extra koffer in of soms een klein trolleyskje.

Ich nehme meinen 20-Liter-Rucksack mit so wenig Gegenständen wie möglich mit.

Ik neem mijn 20-liter rugzak mee met zo min mogelijk spullen.

Darf man Flüssigkeiten im Handgepäck mitnehmen?

Mag je vloeistoffen meenemen in je handbagage?

Ich habe das Gewichtslimit für mein Handgepäck überschritten.

Ik ben over het gewichtslimiet van mijn handbagage gegaan.

...

Oefening 3: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ich ______ den Koffer, obwohl ich wenig Platz habe.

(Ik ______ de koffer, hoewel ik weinig ruimte heb.)

2. Obwohl ich vieles vergessen ______, nehme ich das Handgepäck trotzdem mit.

(Hoewel ik veel ben ______, neem ik toch de handbagage mee.)

3. Wir ______ uns vor, damit wir nichts vergessen.

(Wij ______ ons voor, zodat we niets vergeten.)

4. Ich ______ gestern den Rucksack eingepackt, damit ich heute unterwegs bin.

(Ik ______ gisteren de rugzak ingepakt, zodat ik vandaag onderweg ben.)

Oefening 5: Koffer pakken voor de zakenreis

Instructie:

Ich (Einpacken - Präsens) heute meinen Koffer für die Geschäftsreise. Obwohl der Koffer schon fast (Vergessen - Präsens) ist, (Vergessen - Präsens) ich immer wieder wichtige Sachen wie die Sonnenbrille oder genug Unterwäsche. Meine Frau (Sich vorbereiten - Präsens) auf den Stress der nächsten Tage, denn wir (Haben - Präsens) viel zu tun. Gestern Abend (Einpacken - Perfekt) ich (Vergessen - Perfekt) . Dennoch (Vergessen - Perfekt) ich (Nehmen - Präsens) ein Ladekabel. Trotzdem (Nehmen - Präsens) ich das Handgepäck mit, obwohl es leer ist. Hoffentlich (Laufen - Präsens) alles gut unterwegs, und ich (Auspacken - Präsens) (No hint) ohne Probleme.


Ik pak (Inpakken - Tegenwoordige tijd) vandaag mijn koffer voor de zakenreis. Hoewel de koffer bijna vol is, vergeet (Vergeten - Tegenwoordige tijd) ik steeds weer belangrijke dingen zoals de zonnebril of voldoende ondergoed. Mijn vrouw bereidt zich voor (Zich voorbereiden - Tegenwoordige tijd) op de stress van de komende dagen, want we hebben (Hebben - Tegenwoordige tijd) veel te doen. Gisteravond heb ik ingepakt (Inpakken - Voltooide tijd), en toch ben ik vergeten (Vergeten - Voltooide tijd) een oplaadkabel. Toch neem (Nemen - Tegenwoordige tijd) ik de handbagage mee, ook al is die leeg. Hopelijk loopt (Lopen - Tegenwoordige tijd) alles goed onderweg, en kan ik uitpakken (Uitpakken - Tegenwoordige tijd) zonder problemen.

Werkwoordschema's

Einpacken - Inpakken

Präsens

  • ich packe ein
  • du packst ein
  • er/sie/es packt ein
  • wir packen ein
  • ihr packt ein
  • sie/Sie packen ein

Einpacken - Inpakken

Perfekt

  • ich habe eingepackt
  • du hast eingepackt
  • er/sie/es hat eingepackt
  • wir haben eingepackt
  • ihr habt eingepackt
  • sie/Sie haben eingepackt

Vergessen - Vergeten

Präsens

  • ich vergesse
  • du vergisst
  • er/sie/es vergisst
  • wir vergessen
  • ihr vergesst
  • sie/Sie vergessen

Vergessen - Vergeten

Perfekt

  • ich habe vergessen
  • du hast vergessen
  • er/sie/es hat vergessen
  • wir haben vergessen
  • ihr habt vergessen
  • sie/Sie haben vergessen

Sich vorbereiten - Zich voorbereiden

Präsens

  • ich bereite mich vor
  • du bereitest dich vor
  • er/sie/es bereitet sich vor
  • wir bereiten uns vor
  • ihr bereitet euch vor
  • sie/Sie bereiten sich vor

Oefening 6: Satzverbindungen mit obwohl und trotzdem

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Zinsverbindingen met obwohl en trotzdem

Toon vertaling Toon antwoorden

obwohl , dennoch, trotzdem, obwohl, trotzdem

1.
Ich habe wenig Platz, ... packe ich alles ein.
(Ik heb weinig ruimte, toch pak ik alles in.)
2.
Das Gepäck ist schwer, ... nehme ich es mit.
(De bagage is zwaar, toch neem ik hem mee.)
3.
Ich packe das Gepäck aus, ... es spät ist.
(Ik pak de bagage uit, hoewel het laat is.)
4.
Der Koffer ist schwer, ... gehe ich zum Flughafen.
(De koffer is zwaar, toch ga ik naar de luchthaven.)
5.
Ich habe mein Handgepäck gepackt,... es klein ist.
(Ik heb mijn handbagage gepakt, hoewel het klein is.)
6.
Pack die Unterwäsche ein ,... der Koffer klein ist.
(Pak het ondergoed in, hoewel de koffer klein is.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.2.1 Grammatik

Satzverbindungen mit obwohl und trotzdem

Zinsverbindingen met obwohl en trotzdem


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Einpacken inpakken

Präsens

Duits Nederlands

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Einpacken inpakken

Perfekt

Duits Nederlands
ich habe eingepackt ik heb ingepakt
du hast eingepackt jij hebt ingepakt
er/sie/es hat eingepackt hij/zij/het heeft ingepakt
wir haben eingepackt wij hebben ingepakt
ihr habt eingepackt jullie hebben ingepakt
sie haben eingepackt zij hebben ingepakt

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Sich vorbereiten zich voorbereiden

Präsens

Duits Nederlands
ich bereite mich vor ik bereid me voor
du bereitest dich vor jij bereidt je voor
er/sie/es bereitet sich vor hij/zij/het bereidt zich voor
wir bereiten uns vor wij bereiden ons voor
ihr bereitet euch vor jullie bereiden je voor
sie bereiten sich vor zij bereiden zich voor

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Vergessen vergeten

Präsens

Duits Nederlands
(ich) Präsens Indikativ ik vergeet
(du) vergesse jij vergeet
(er/sie/es) vergisst hij/zij/het vergeet
(wir) vergisst wij vergeten
(ihr) vergessen jullie vergeten
(sie) vergesst zij vergeten

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Vergessen vergeten

Perfekt

Duits Nederlands
ich habe vergessen ik ben vergeten
du hast vergessen jij bent vergeten
er/sie/es hat vergessen hij/zij/het is vergeten
wir haben vergessen wij zijn vergeten
ihr habt vergessen jullie zijn vergeten
sie haben vergessen zij zijn vergeten

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Lesoverzicht: Koffer inpakken en vakanties voorbereiden

In deze les leer je belangrijke woorden en zinnen rond het thema koffer inpakken en de voorbereiding op reizen. Het niveau is A2, wat betekent dat je al basiskennis hebt van het Duits en nu leert hoe je praktisch communiceert over reizen en bagage.

Kerninhoud van de les

  • Gesprekken rond de aankoop van een koffer: Bijvoorbeeld hoe je in een winkel vraagt naar het type koffer, het materiaal (zoals Hartschale = harde koffer, of weicher Stoffkoffer = zachte koffer) en specificaties zoals volume en sloten.
  • Koffer inpakken thuis: Woorden voor kledingstukken (T-Shirts, Jeans, Jacke) en andere belangrijke reisbenodigdheden zoals Kulturbeutel (toilettas) en Ladekabel (oplaadkabels).
  • Vragen en uitleg bij het vliegveld: Bagageregels, gewichtslimieten (8 Kilogramm handbagage), verboden voorwerpen in handbagage (zoals Flüssigkeiten über 100 ml), en extra kosten bij overgewicht.

Belangrijke woorden en uitdrukkingen

  • einpacken - inpakken
  • vergessen - vergeten
  • sich vorbereiten - zich voorbereiden
  • Handgepäck - handbagage
  • Frachtraum - vrachtruimte
  • Rollen - wieltjes (van een koffer)
  • TSA-Schloss - TSA-slot (veiligheidsslot)

Belangrijk: Werkwoordvervoeging

De les bevat oefeningen met werkwoorden in de tegenwoordige tijd (Präsens) en voltooid tegenwoordige tijd (Perfekt), zoals bij ich packe ein en wir haben eingepackt. Het is nuttig om deze regelmatig te oefenen, want ze komen veel voor.

Taalverschillen tussen het Nederlands en Duits

Hoewel Duits en Nederlands verwant zijn, zijn er verschillen in woordvolgorde, gebruik van separabele werkwoorden zoals einpacken (inpakken) en voorzetsels. In het Duits scheidt het werkwoord zich op in ich packe ein, wat anders is dan in het Nederlands waar deze separatie niet voorkomt.

Verder is het formaliteitsniveau belangrijk: bijvoorbeeld Sie als beleefde u-vorm. Woorden zoals Koffer zijn bijna gelijk, maar let op het gebruik van Handgepäck vs. het Nederlandse handbagage. Ook in de maatregelen bij het vliegveld is het belangrijk om Duitse exacte afmetingen te kennen.

Handige zinnen

  • Guten Tag, ich suche einen großen Koffer für eine zweiwöchige Geschäftsreise. (Goedendag, ik zoek een grote koffer voor een zakenreis van twee weken.)
  • Welche Kleidung nimmst du mit? (Welke kleding neem je mee?)
  • Wie viel Gepäck darf ich mitnehmen? (Hoeveel bagage mag ik meenemen?)
  • Ich packe heute meinen Koffer für den Urlaub. (Ik pak vandaag mijn koffer voor de vakantie.)

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏