Leer in deze les hoe je einen Koffer kaufst, packst und am Flughafen Gepäckregeln klärst. Belangrijke woorden zijn zum Beispiel Koffer, Handgepäck, packen, vergessen en Gepäckregel.
Woordenschat (15) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Der Koffer
De koffer
2
Hoffentlich
Hopelijk
3
Leer
Leeg
4
Der Rucksack
De rugzak
5
Wichtig
Belangrijk
Übung 2: Gespreksoefening
Anleitung:
- Welche Gegenstände sollten für welche Art von Urlaub eingepackt werden? (Welke spullen moeten worden ingepakt voor welk type vakantie?)
- Welche Art von Koffer ist am besten für welchen Urlaubstyp geeignet? (Welk type koffer is het beste voor welk type vakantie?)
- Packst du manchmal zu viel und überschreitest das Limit? (Pak je soms te veel in en ga je over de limiet heen?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Ein Bikini, Badehosen und eine Sonnenbrille sind am besten für einen Strandurlaub geeignet. Een bikini, zwembroek en zonnebril zijn het beste voor een strandvakantie. |
Ich nehme kleine Gegenstände in mein Handgepäck mit. Ik neem kleine spullen mee in mijn handbagage. |
Für längere Urlaube gebe ich einen zusätzlichen Koffer auf oder manchmal einen kleinen Trolley. Voor langere vakanties check ik een extra koffer in of soms een klein trolleyskje. |
Ich nehme meinen 20-Liter-Rucksack mit so wenig Gegenständen wie möglich mit. Ik neem mijn 20-liter rugzak mee met zo min mogelijk spullen. |
Darf man Flüssigkeiten im Handgepäck mitnehmen? Mag je vloeistoffen meenemen in je handbagage? |
Ich habe das Gewichtslimit für mein Handgepäck überschritten. Ik ben over het gewichtslimiet van mijn handbagage gegaan. |
... |
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ich ______ den Koffer, obwohl ich wenig Platz habe.
(Ik ______ de koffer, hoewel ik weinig ruimte heb.)2. Obwohl ich vieles vergessen ______, nehme ich das Handgepäck trotzdem mit.
(Hoewel ik veel ben ______, neem ik toch de handbagage mee.)3. Wir ______ uns vor, damit wir nichts vergessen.
(Wij ______ ons voor, zodat we niets vergeten.)4. Ich ______ gestern den Rucksack eingepackt, damit ich heute unterwegs bin.
(Ik ______ gisteren de rugzak ingepakt, zodat ik vandaag onderweg ben.)Oefening 5: Koffer pakken voor de zakenreis
Instructie:
Werkwoordschema's
Einpacken - Inpakken
Präsens
- ich packe ein
- du packst ein
- er/sie/es packt ein
- wir packen ein
- ihr packt ein
- sie/Sie packen ein
Einpacken - Inpakken
Perfekt
- ich habe eingepackt
- du hast eingepackt
- er/sie/es hat eingepackt
- wir haben eingepackt
- ihr habt eingepackt
- sie/Sie haben eingepackt
Vergessen - Vergeten
Präsens
- ich vergesse
- du vergisst
- er/sie/es vergisst
- wir vergessen
- ihr vergesst
- sie/Sie vergessen
Vergessen - Vergeten
Perfekt
- ich habe vergessen
- du hast vergessen
- er/sie/es hat vergessen
- wir haben vergessen
- ihr habt vergessen
- sie/Sie haben vergessen
Sich vorbereiten - Zich voorbereiden
Präsens
- ich bereite mich vor
- du bereitest dich vor
- er/sie/es bereitet sich vor
- wir bereiten uns vor
- ihr bereitet euch vor
- sie/Sie bereiten sich vor
Oefening 6: Satzverbindungen mit obwohl und trotzdem
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Zinsverbindingen met obwohl en trotzdem
Toon vertaling Toon antwoordenobwohl , dennoch, trotzdem, obwohl, trotzdem
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Einpacken inpakken Delen Gekopieerd!
Perfekt
Duits | Nederlands |
---|---|
ich habe eingepackt | ik heb ingepakt |
du hast eingepackt | jij hebt ingepakt |
er/sie/es hat eingepackt | hij/zij/het heeft ingepakt |
wir haben eingepackt | wij hebben ingepakt |
ihr habt eingepackt | jullie hebben ingepakt |
sie haben eingepackt | zij hebben ingepakt |
Sich vorbereiten zich voorbereiden Delen Gekopieerd!
Präsens
Duits | Nederlands |
---|---|
ich bereite mich vor | ik bereid me voor |
du bereitest dich vor | jij bereidt je voor |
er/sie/es bereitet sich vor | hij/zij/het bereidt zich voor |
wir bereiten uns vor | wij bereiden ons voor |
ihr bereitet euch vor | jullie bereiden je voor |
sie bereiten sich vor | zij bereiden zich voor |
Vergessen vergeten Delen Gekopieerd!
Präsens
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) Präsens Indikativ | ik vergeet |
(du) vergesse | jij vergeet |
(er/sie/es) vergisst | hij/zij/het vergeet |
(wir) vergisst | wij vergeten |
(ihr) vergessen | jullie vergeten |
(sie) vergesst | zij vergeten |
Vergessen vergeten Delen Gekopieerd!
Perfekt
Duits | Nederlands |
---|---|
ich habe vergessen | ik ben vergeten |
du hast vergessen | jij bent vergeten |
er/sie/es hat vergessen | hij/zij/het is vergeten |
wir haben vergessen | wij zijn vergeten |
ihr habt vergessen | jullie zijn vergeten |
sie haben vergessen | zij zijn vergeten |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Lesoverzicht: Koffer inpakken en vakanties voorbereiden
In deze les leer je belangrijke woorden en zinnen rond het thema koffer inpakken en de voorbereiding op reizen. Het niveau is A2, wat betekent dat je al basiskennis hebt van het Duits en nu leert hoe je praktisch communiceert over reizen en bagage.
Kerninhoud van de les
- Gesprekken rond de aankoop van een koffer: Bijvoorbeeld hoe je in een winkel vraagt naar het type koffer, het materiaal (zoals Hartschale = harde koffer, of weicher Stoffkoffer = zachte koffer) en specificaties zoals volume en sloten.
- Koffer inpakken thuis: Woorden voor kledingstukken (T-Shirts, Jeans, Jacke) en andere belangrijke reisbenodigdheden zoals Kulturbeutel (toilettas) en Ladekabel (oplaadkabels).
- Vragen en uitleg bij het vliegveld: Bagageregels, gewichtslimieten (8 Kilogramm handbagage), verboden voorwerpen in handbagage (zoals Flüssigkeiten über 100 ml), en extra kosten bij overgewicht.
Belangrijke woorden en uitdrukkingen
- einpacken - inpakken
- vergessen - vergeten
- sich vorbereiten - zich voorbereiden
- Handgepäck - handbagage
- Frachtraum - vrachtruimte
- Rollen - wieltjes (van een koffer)
- TSA-Schloss - TSA-slot (veiligheidsslot)
Belangrijk: Werkwoordvervoeging
De les bevat oefeningen met werkwoorden in de tegenwoordige tijd (Präsens) en voltooid tegenwoordige tijd (Perfekt), zoals bij ich packe ein en wir haben eingepackt. Het is nuttig om deze regelmatig te oefenen, want ze komen veel voor.
Taalverschillen tussen het Nederlands en Duits
Hoewel Duits en Nederlands verwant zijn, zijn er verschillen in woordvolgorde, gebruik van separabele werkwoorden zoals einpacken (inpakken) en voorzetsels. In het Duits scheidt het werkwoord zich op in ich packe ein, wat anders is dan in het Nederlands waar deze separatie niet voorkomt.
Verder is het formaliteitsniveau belangrijk: bijvoorbeeld Sie als beleefde u-vorm. Woorden zoals Koffer zijn bijna gelijk, maar let op het gebruik van Handgepäck vs. het Nederlandse handbagage. Ook in de maatregelen bij het vliegveld is het belangrijk om Duitse exacte afmetingen te kennen.
Handige zinnen
- Guten Tag, ich suche einen großen Koffer für eine zweiwöchige Geschäftsreise. (Goedendag, ik zoek een grote koffer voor een zakenreis van twee weken.)
- Welche Kleidung nimmst du mit? (Welke kleding neem je mee?)
- Wie viel Gepäck darf ich mitnehmen? (Hoeveel bagage mag ik meenemen?)
- Ich packe heute meinen Koffer für den Urlaub. (Ik pak vandaag mijn koffer voor de vakantie.)