Trinken (drinken) - Perfekt, indikativ (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Trinken - Vervoeging van drinken in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tijd, aantonende wijs (Perfekt, indikativ).
Perfekt, indikativ (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Trinken (drinken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Tägliches Essen (Dagelijks eten)
Verbuiging van drinken in de voltooide tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
ich habe getrunken | ik heb gedronken |
du hast getrunken | jij hebt gedronken |
er/sie/es hat getrunken | hij/zij/het heeft gedronken |
wir haben getrunken | wij hebben gedronken |
ihr habt getrunken | jullie hebben gedronken |
sie haben getrunken | zij hebben gedronken |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich habe das Getränk schon getrunken. | Ik heb het drankje al gedronken. |
Du hast den Wein gut getrunken. | Je hebt de wijn goed gedronken. |
Er hat das Bier im Restaurant getrunken. | Hij heeft het bier in het restaurant gedronken. |
Wir haben im Café ein Wasser getrunken. | Wij hebben in het café water gedronken. |
Ihr habt die Getränke schnell getrunken. | Jullie hebben de drankjes snel opgedronken. |
Sie haben das Bier in der Bar getrunken. | Zij hebben het bier in de bar gedronken. |