Verreisen (op reis gaan) - Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Verreisen - Verbuiging van op reis gaan in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, bedrijvende wijs (Präsens, indikativ).
Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Verreisen (op reis gaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Urlaubspläne (Vakantieplannen)
Vervoeging van op reis gaan in de tegenwoordige tijd
Duits | Nederlands |
---|
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|