Douter (twijfelen) - Passé composé, indicatif (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!
Douter - Vervoeging van twijfelen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tijd, aanvoegende wijs. (Passé composé, indicatif).
Passé composé, indicatif (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Douter (twijfelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Ma propre entreprise (Mijn eigen bedrijf)
Verbuiging van twijfelen in de passé composé
| Frans | Nederlands |
|---|---|
| (je/j') j'ai douté | ik heb getwijfeld |
| tu as douté | jij hebt getwijfeld |
| il/elle/on a douté | hij/zij/men heeft getwijfeld |
| nous avons douté | wij hebben getwijfeld |
| vous avez douté | u hebt getwijfeld |
| ils/elles ont douté | zij hebben getwijfeld |
Voorbeeldzinnen
| Frans | Nederlands |
|---|---|
| J'ai douté de l'investissement dans la société. | Ik heb getwijfeld aan de investering in het bedrijf. |
| Tu as douté de la stratégie du projet. | Je hebt getwijfeld aan de strategie van het project. |
| Il a douté du succès de l'entreprise. | Hij heeft aan het succes van het bedrijf getwijfeld. |
| Nous avons douté de notre partenaire industriel. | We hebben getwijfeld aan onze industriële partner. |
| Vous avez douté des fonds pour l'usine. | U hebt getwijfeld aan de fondsen voor de fabriek. |
| Ils ont douté de l'intérêt du secteur. | Ze hebben aan het nut van de sector getwijfeld. |