Espérer (hopen) - Present, indicatif (Présent, indicatief) Delen Gekopieerd!

Espérer - Vervoeging van hopen in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Present, indicatif).

Present, indicatif (Présent, indicatief)

Leerplan: Franse les - Louez votre moyen de transport (Transport huren)

Vervoeging van hopen in de tegenwoordige tijd

Frans	Nederlands
(je/j') j'espère	ik hoop
tu espères	jij hoopt
(il/elle/on) il espère/elle espère/on espère	hij hoopt/zij hoopt/men hoopt
nous espérons	we hopen
vous espérez	jullie hopen/u hoopt
(ils/elles) ils espèrent/elles espèrent	zij hopen

Frans	Nederlands
J'espère que la caution est confirmée.	Ik hoop dat de borg is bevestigd.
Tu espères louer la voiture aujourd'hui ?	Hoop je de auto vandaag te huren?
Elle espère que le tarif n'est pas trop élevé.	Ze hoopt dat het tarief niet te hoog is.
Nous espérons que le carburant est suffisant.	We hopen dat de brandstof voldoende is.
Vous espérez annuler la réservation bientôt.	U hoopt de reservering binnenkort te annuleren.
Ils espèrent trouver une agence disponible ici.	Ze hopen hier een beschikbare agency te vinden.