A2.5: Transport huren

Louez votre moyen de transport

Leer in deze les hoe je een auto, fiets of scooter huurt en terugbrengt met Franse zinnen zoals louer (huren), assurance (verzekering), caution (borg), en rendre (teruggeven).

Woordenschat (16)

 Le conducteur: de bestuurder (French)

Le conducteur

Show

De bestuurder Show

 Le carburant: de brandstof (French)

Le carburant

Show

De brandstof Show

 Une agence: Een agentschap (French)

Une agence

Show

Een agentschap Show

 Le retour: de terugkeer (French)

Le retour

Show

De terugkeer Show

 La caution: de borg (French)

La caution

Show

De borg Show

 Loué: Geleend (French)

Loué

Show

Geleend Show

 Confirmé: bevestigd (French)

Confirmé

Show

Bevestigd Show

 Annuler (annuleren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Annuler

Show

Annuleren Show

 Espérer (hopen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Espérer

Show

Hopen Show

 Le permis de conduire: het rijbewijs (French)

Le permis de conduire

Show

Het rijbewijs Show

 La location de voiture: De autoverhuur (French)

La location de voiture

Show

De autoverhuur Show

 Le GPS: De gps (French)

Le GPS

Show

De gps Show

 Le kilométrage: de kilometerstand (French)

Le kilométrage

Show

De kilometerstand Show

 Le siège enfant: Het kinderzitje (French)

Le siège enfant

Show

Het kinderzitje Show

 Le tarif: het tarief (French)

Le tarif

Show

Het tarief Show

 Le toit ouvrant: het schuifdak (French)

Le toit ouvrant

Show

Het schuifdak Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Exercice 1: Gespreksoefening

Instruction:

  1. Décrivez la situation dans chaque image. (Beschrijf de situatie op elke afbeelding.)
  2. Simuler une conversation entre l'entreprise de location de voitures et le client. (Simuleer een gesprek tussen het autoverhuurbedrijf en de klant.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Pouvez-vous réserver la voiture en ligne ?

Kun je de auto online reserveren?

Pouvez-vous me donner votre permis de conduire ?

Kunt u mij uw rijbewijs geven?

La voiture est en panne.

De auto is kapot.

Je voudrais louer une voiture.

Ik wil graag een auto huren.

Quand doit-on rendre la voiture ?

Wanneer moet de auto worden teruggebracht?

Y a-t-il une assistance routière ?

Is er pechhulp?

Quel est le montant du dépôt ?

Hoeveel is de borg?

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Je __________ la réservation de la voiture pour demain.

(Ik __________ de reservering van de auto voor morgen.)

2. J'__________ que le GPS fonctionnera bien pendant le trajet.

(Ik __________ dat de GPS goed zal werken tijdens de rit.)

3. Si vous __________, veuillez prévenir l'agence à l'avance.

(Als u __________, gelieve het bureau op voorhand te verwittigen.)

4. Nous __________ que la caution est suffisante pour la location.

(Wij __________ dat de borg voldoende is voor de huur.)

Oefening 4: Huur uw vervoermiddel

Instructie:

Bonjour, je (Confirmer - Présent) la location de voiture pour demain à l'agence. J' (Espérer - Présent) que tout (Être - Présent) prêt, avec le GPS et un siège enfant. Mon collègue et moi, nous (Prendre - Présent) le permis de conduire et la caution. En cas de problème, je (Annuler - Présent) la réservation rapidement. Le retour du véhicule se (Faire - Présent) dans les temps, et le carburant est à notre charge.


Hallo, ik bevestig (Bevestigen - Tegenwoordige tijd) de autoverhuur voor morgen bij het kantoor. Ik hoop (Hopen - Tegenwoordige tijd) dat alles klaar (Zijn - Tegenwoordige tijd) is, met de GPS en een kinderzitje. Mijn collega en ik, wij nemen (Nemen - Tegenwoordige tijd) het rijbewijs en de borg mee. In geval van een probleem, annuleer ik (Annuleren - Tegenwoordige tijd) de reservering snel. De terugkeer van het voertuig vindt plaats (Plaatsvinden - Tegenwoordige tijd) op tijd, en de brandstof is voor onze rekening.

Werkwoordschema's

Confirmer - Bevestigen

Présent

  • je confirme
  • tu confirmes
  • il/elle confirme
  • nous confirmons
  • vous confirmez
  • ils/elles confirment

Espérer - Hopen

Présent

  • j'espère
  • tu espères
  • il/elle espère
  • nous espérons
  • vous espérez
  • ils/elles espèrent

Être - Zijn

Présent

  • je suis
  • tu es
  • il/elle est
  • nous sommes
  • vous êtes
  • ils/elles sont

Prendre - Nemen

Présent

  • je prends
  • tu prends
  • il/elle prend
  • nous prenons
  • vous prenez
  • ils/elles prennent

Annuler - Annuleren

Présent

  • j'annule
  • tu annules
  • il/elle annule
  • nous annulons
  • vous annulez
  • ils/elles annulent

Faire - Plaatsvinden

Présent

  • je fais
  • tu fais
  • il/elle fait
  • nous faisons
  • vous faites
  • ils/elles font

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Annuler annuleren

Present

Frans Nederlands
(je/j') annule ik annuleer
(tu) annules jij annuleert
(il/elle/on) annule hij/zij/men annuleert
(nous) annulons wij annuleren
(vous) annulez u annuleert
(ils/elles) annulent zij annuleren

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Espérer hopen

Present

Frans Nederlands
(je/j') j'espère ik hoop
tu espères jij hoopt
(il/elle/on) il espère/elle espère/on espère hij hoopt/zij hoopt/men hoopt
nous espérons we hopen
vous espérez jullie hopen/u hoopt
(ils/elles) ils espèrent/elles espèrent zij hopen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Lesonderwerp: Voertuigen huren en basiscommunicatie bij verhuur

Deze les is gericht op het leren van Franse woorden en uitdrukkingen die je helpen bij het huren van verschillende vervoermiddelen, zoals auto's, fietsen en scooters. Het niveau is A2, wat betekent dat je al enige basiskennis van het Frans hebt en nu leert communiceren in praktische, dagelijkse situaties.

Wat leer je in deze les?

  • Essentiële woordenschat rondom het huren van voertuigen, inclusief termen zoals assurance complète (volledige verzekering), dépôt de garantie (borgsom), tarif (tarief) en restitution (teruggave).
  • Verschillende dialoogvormen die je helpen om een auto, fiets of scooter te huren, vragen naar beschikbaarheid, prijs en voorwaarden, en het voertuig weer netjes terug te brengen.
  • Belangrijke werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd, bijvoorbeeld van confirmer (bevestigen), espérer (hopen), annuler (annuleren) en prendre (nemen).
  • Concrete zinnen die je direct kunt gebruiken, zoals „Je voudrais louer une voiture pour trois jours“ (Ik zou graag een auto voor drie dagen huren) en „Faut-il verser un dépôt de garantie ?“ (Moet er een borgsom betaald worden?).

Belangrijke Woorden en Uitdrukkingen met Vertalingen

  • Agence de location – verhuurbedrijf
  • Voiture compacte – compacte auto
  • Assurance obligatoire – verplichte verzekering
  • Dépôt de garantie – borgsom
  • Tarif par jour – dagtarief
  • Casque – helm
  • Restitution du véhicule – teruggave van het voertuig
  • État du véhicule – staat van het voertuig

Werkwoorden in de Les

Focus op de tegenwoordige tijd van actie- en hulpwerkwoorden zoals confirmer, espérer, prendre, annuler en faire. Deze werkwoorden kom je tegen in de context van reserveringen, verwachtingen en het regelen van retouren.

Verschillen tussen Nederlands en Frans in deze context

In het Nederlands gebruiken we vaak een gecombineerd woord als „verhuurbedrijf”, terwijl het Frans het als „agence de location” omschrijft (letterlijk: bureau van verhuur). Ook belangrijke uitdrukkingen als „borgsom” worden in het Frans iets formeler benoemd als dépôt de garantie. Verder zijn vragen in het Frans soms omgekeerd qua woordvolgorde en worden werkwoorden vervoegd om beleefdheid of meervoud aan te duiden.

Handige Franse Zinnen en Nederlandse Equivalenten

  • „Je voudrais louer une voiture.” – „Ik zou graag een auto huren.”
  • „Quel type de voiture préférez-vous ?” – „Welk type auto heeft u voorkeur?”
  • „Faut-il verser un dépôt de garantie ?” – „Moet er een borgsom betaald worden?”
  • „La caution sera débloquée après le retour.” – „De borgsom wordt vrijgegeven na de terugkomst.”
  • „Le tarif est de 50 euros par jour.” – „De prijs is 50 euro per dag.”

Gebruik deze woorden, zinnen en werkwoordsvormen actief om vertrouwen te krijgen in het huren en teruggeven van vervoermiddelen in het Frans.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏