Avere (hebben) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Avere - Vervoeging van hebben in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Avere (hebben) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Italiaanse les - Saluti e arrivederci (Groeten en afscheid)
vervoeging van hebben in de tegenwoordige tijd
Italiaans | Nederlands |
---|---|
(io) ho | ik heb |
(tu) hai | jij hebt |
(lui/lei) ha | hij/zij heeft |
(noi) abbiamo | wij hebben |
(voi) avete | jullie hebben |
(loro) hanno | zij hebben |
Voorbeeldzinnen
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Io ho bisogno di aiuto, grazie. | Ik heb hulp nodig, dank je. |
Tu hai una buona giornata, ciao! | Jij hebt een goede dag, hoi! |
Lui ha una domanda in classe. | Hij heeft een vraag in de klas. |
Noi abbiamo tempo per parlare. | Wij hebben tijd om te praten. |
Voi avete una lezione domani? | Jullie hebben een les morgen |
Loro hanno fame dopo la scuola. | Zij hebben honger na school. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
hai, hanno, abbiamo, avete, ha, ho
1.
Noi ... tempo per parlare.
(Wij hebben tijd om te praten.)
2.
Voi ... una lezione domani?
(Jullie hebben een les morgen)
3.
Loro ... fame dopo la scuola.
(Zij hebben honger na school.)
4.
Io ... bisogno di aiuto, grazie.
(Ik heb hulp nodig, dank je.)
5.
Tu ... una buona giornata, ciao!
(Jij hebt een goede dag, hoi!)
6.
Lui ... una domanda in classe.
(Hij heeft een vraag in de klas.)