Convivere (samenwonen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Convivere (samenwonen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Convivere - Verbuiging van samenwonen in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Convivere (samenwonen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Italiaanse les - La nostra casa (Ons huis)

Vervoeging van samenwonen in de tegenwoordige tijd

Italiaans Nederlands
(io) convivo ik samenwoon
(tu) convivi jij woont samen
(lui/lei) convive hij/zij woont samen
(noi) conviviamo wij wonen samen
(voi) convivete jullie wonen samen
(loro) convivono zij wonen samen

Voorbeeldzinnen

Italiaans Nederlands
Io convivo con la mia famiglia in questa casa. Ik woon samen met mijn familie in dit huis.
Tu convivi bene con i tuoi coinquilini. Jij woont goed samen met je huisgenoten.
Lui convive con calma nel suo appartamento. Hij woont rustig samen in zijn appartement.
Noi conviviamo tranquilli al primo piano. Wij wonen rustig samen op de eerste verdieping.
Voi convivete nel salotto con rispetto. Jullie wonen samen in de woonkamer met respect.
Loro convivono spesso nel grande giardino. Zij wonen vaak samen in de grote tuin.