Dormire (slapen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Dormire (slapen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Dormire - Vervoeging van slapen in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Dormire (slapen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Italiaanse les - Giorni della settimana e momenti della giornata (Dagen van de week en dagdelen)

Vervoeging van slapen in de tegenwoordige tijd

Italiaans Nederlands
(io) dormo ik slaap
(tu) dormi jij slaapt
(lui/lei) dorme hij/zij slaapt
(noi) dormiamo wij slapen
(voi) dormite jullie slapen
(loro) dormono zij slapen

Voorbeeldzinnen

Italiaans Nederlands
Io dormo bene la notte durante la settimana. Ik slaap goed 's nachts doordeweeks.
Tu dormi poco il venerdì sera. Jij slaapt weinig op vrijdagavond.
Lui dorme sempre fino a domenica mattina. hij slaapt altijd tot zondagochtend
Noi dormiamo tanto il weekend a casa. Wij slapen veel in het weekend thuis.
Voi dormite bene dopo il lavoro del martedì. Jullie slapen goed na het werk op dinsdag.
Loro dormono durante la notte dopo la festa del sabato. zij slapen gedurende de nacht na het feest op zaterdag

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

dormo, dormi, dorme, dormiamo, dormite, dormono

1.
Noi ... tanto il weekend a casa.
(Wij slapen veel in het weekend thuis.)
2.
Tu ... poco il venerdì sera.
(Jij slaapt weinig op vrijdagavond.)
3.
Lui ... sempre fino a domenica mattina.
(Hij slaapt altijd tot zondagochtend)
4.
Io ... bene la notte durante la settimana.
(Ik slaap goed 's nachts doordeweeks.)
5.
Loro ... durante la notte dopo la festa del sabato.
(Zij slapen gedurende de nacht na het feest op zaterdag)
6.
Voi ... bene dopo il lavoro del martedì.
(Jullie slapen goed na het werk op dinsdag.)