Ricordare (onthouden) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!
Ricordare - Vervoeging van onthouden in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, indicatief. (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Ricordare (onthouden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Italiaanse les - Numeri ordinali (Rangtelwoorden)
Vervoeging van onthouden in tegenwoordige tijd
| Italiaans | Nederlands |
|---|---|
| (io) ricordo | ik onthoud |
| (tu) ricordi | jij onthoudt |
| (lui/lei) ricorda | hij/zij onthoudt |
| (noi) ricordiamo | wij onthouden |
| (voi) ricordate | jullie onthouden |
| (loro) ricordano | zij onthouden |
Voorbeeldzinnen
| Italiaans | Nederlands |
|---|---|
| Ricordo il primo posto della gara. | Ik herinner me de eerste plaats van de wedstrijd. |
| Ricordi il secondo giorno della settimana? | Jij onthoudt de tweede dag van de week |
| Ricorda il terzo ordine della lista. | hij/zij onthoudt de derde bestelling van de lijst. |
| Ricordiamo il quarto appuntamento insieme. | Wij onthouden de vierde afspraak samen. |
| Ricordate il quinto numero della sequenza? | Jullie onthouden het vijfde nummer van de reeks |
| Ricordano l’ultimo giorno di scuola. | zij onthouden de laatste schooldag |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
ricordo, ricorda, ricordano, ricordiamo, ricordate, ricordi
1.
... il quinto numero della sequenza?
(Jullie onthouden het vijfde nummer van de reeks)
2.
... il secondo giorno della settimana?
(Jij onthoudt de tweede dag van de week)
3.
... il terzo ordine della lista.
(Hij/zij onthoudt de derde bestelling van de lijst.)
4.
... il quarto appuntamento insieme.
(Wij onthouden de vierde afspraak samen.)
5.
... il primo posto della gara.
(Ik herinner me de eerste plaats van de wedstrijd.)
6.
... l’ultimo giorno di scuola.
(Zij onthouden de laatste schooldag)