Leer de Italiaanse rangtelwoorden zoals il primo (de eerste), il quinto (de vijfde) en il nono (de negende) in praktische contexten, van het boeken van afspraken tot het geven van richtingen en het bestellen in een restaurant.
Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Verdeel de woorden op basis van het soort ordinaalnummer of de beschrijving van de positie in de reeks.
Numeri ordinali (dal primo al nono)
Descrizioni di posizione o posto
Esercizio 4: Gespreksoefening
Istruzione:
- Op welke verdieping woont elke persoon? (Op welke verdieping woont elke persoon?)
- Woon je in een appartement? Op welke verdieping woon je? (Woon je in een appartement? Op welke verdieping woon je?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Stevan vive al nono piano. Stevan woont op de negende verdieping. |
Catherine vive al decimo piano. Catherine woont op de tiende verdieping. |
Giulia vive al primo piano. Giulia woont op de eerste verdieping. |
Vivi in un appartamento al sesto piano. Je woont in een appartement op de zesde verdieping. |
A che piano abiti? Op welke verdieping woon je? |
Vivo al piano terra. Ik woon op de begane grond. |
... |
Oefening 5: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 6: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Io __________ che il terzo giorno della settimana è martedì.
(Ik __________ me dat de derde dag van de week dinsdag is.)2. Tu __________ qual è il primo mese dell'anno?
(Jij __________ je welke de eerste maand van het jaar is?)3. Lui __________ che l'ultimo mese dell'anno è dicembre.
(Hij __________ zich dat de laatste maand van het jaar december is.)4. Noi __________ di controllare il meteo ogni mattina.
(Wij __________ ons elke ochtend het weer te controleren.)Oefening 7: De kookwedstrijd met de rangtelwoorden
Instructie:
Werkwoordschema's
Ricordare - Herinneren
Presente
- io ricordo
- tu ricordi
- lui/lei ricorda
- noi ricordiamo
- voi ricordate
- loro ricordano
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Ricordare onthouden Delen Gekopieerd!
Presente
Italiaans | Nederlands |
---|---|
(io) ricordo | ik onthoud |
(tu) ricordi | jij onthoudt |
(lui/lei) ricorda | hij/zij onthoudt |
(noi) ricordiamo | wij onthouden |
(voi) ricordate | jullie onthouden |
(loro) ricordano | zij onthouden |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Begrijpen van Italiaanse rangtelwoorden
Deze les richt zich op het gebruik van Italiaanse rangtelwoorden (numeri ordinali) en hoe je deze in alledaagse situaties correct inzet. Rangtelwoorden geven de positie of volgorde aan, zoals "il primo" (de eerste) of "il nono" (de negende).
Belangrijke Italiaanse rangtelwoorden
- il primo (de eerste)
- il secondo (de tweede)
- il terzo (de derde)
- il quarto (de vierde)
- il quinto (de vijfde)
- il sesto (de zesde)
- il settimo (de zevende)
- il nono (de negende)
- il decimo (de tiende)
- l'ultimo (de laatste)
Gebruik en voorbeelden
Rangtelwoorden worden vaak gebruikt om volgorde of positie aan te duiden, bijvoorbeeld in zinnen als "Il primo giorno di scuola è sempre molto emozionante" (De eerste schooldag is altijd erg spannend) of "Siamo al nono piano dell'edificio" (We zijn op de negende verdieping van het gebouw).
Let ook op woorden die betrekking hebben op plaats of positie, zoals "il posto" (de plaats) en "l'ultimo" (de laatste), die vaak in combinatie met rangtelwoorden voorkomen.
Veelvoorkomende contexten
- Afspraak maken: Gebruik rangtelwoorden om data en volgorde van bijeenkomsten aan te geven, bijvoorbeeld "la prima riunione" (de eerste vergadering).
- Bestellen in een restaurant: Bestel gerechten aangeduid als eerste, tweede, enz., bijvoorbeeld "Vorrei il primo piatto" (Ik wil het eerste gerecht).
- Oriëntatie en aanwijzingen: Gebruik rangtelwoorden om locaties te beschrijven, zoals "il secondo ufficio" (het tweede kantoor).
Specifieke aandachtspunten voor Nederlandstalige lerenden
In het Italiaans worden rangtelwoorden voorafgegaan door het lidwoord il, wat verschilt van het Nederlands waar rangtelwoorden vaak achter het zelfstandig naamwoord staan of zonder lidwoord. Daarnaast verandert de vorm van het rangtelwoord niet naar het geslacht, in tegenstelling tot sommige Nederlandse vormen zoals 'eerste' die hetzelfde blijven maar de context verschillend kunnen zijn.
Handige Italiaanse uitdrukkingen met Nederlandse equivalenten:
- Qual è il tuo posto preferito in città? – Wat is jouw favoriete plek in de stad?
- Oggi siamo al nono piano dell'edificio. – Vandaag zijn we op de negende verdieping van het gebouw.
- Chi è l'ultimo in fila per il caffè? – Wie staat als laatste in de rij voor koffie?