Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Leer je in deze les het gebruik van de onbepaalde voornaamwoorden "algo" en "alguien" in het Spaans, waarbij "algo" verwijst naar een onbepaald ding of situatie en "alguien" naar een onbepaalde persoon, bijvoorbeeld "Creo que hay algo" en "Alguien debería hablar".
- We gebruiken "algo" om te verwijzen naar een niet-specifiek ding en om een actie, situatie of niet-concreet ding uit te drukken.
- We gebruiken "alguien" om te verwijzen naar een niet-specifiek persoon of om te vragen naar het bestaan van een persoon.
Pronombre | Uso | Ejemplo |
---|---|---|
Algo | Cosa no específica | Creo que hay algo en la pantalla que no debería estar allí. (Ik denk dat er iets op het scherm is dat daar niet zou moeten zijn.) |
Acción/ situación/ cosa no concreta | Necesito hacer algo para recuperar el equilibrio en mi vida. (Ik moet iets doen om het evenwicht in mijn leven te herstellen.) | |
Alguien | Persona no específica | Alguien debería hablar sobre la importancia de la higiene en la oficina. (Iemand zou moeten praten over het belang van hygiëne op kantoor.) |
Existencia de una persona (preguntas) | ¿Hay alguien aquí que quiera abrazarse para celebrar la buena noticia? (Is er hier iemand die wil knuffelen om het goede nieuws te vieren?) |
Oefening 1: Pronombres indefinidos "algo" y "alguien"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Alguien, alguien, algo, olvidó