Oefening 1: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

Esta historia describe las razones para dejar un trabajo, los desafíos del cambio y los beneficios de la nueva profesión.

Dit verhaal beschrijft de redenen om een baan te verlaten, de uitdagingen van verandering en de voordelen van het nieuwe beroep.
Antes trabajaba en una oficina con un buen sueldo, pero no me sentía motivado. (Vroeger werkte ik op een kantoor met een goed salaris, maar ik voelde me niet gemotiveerd.)
Era claro que no disfrutaba mi trabajo y necesitaba un cambio. (Het was duidelijk dat ik niet van mijn werk genoot en een verandering nodig had.)
Seguir en el mismo lugar ya no tenía sentido para mí. (Op dezelfde plek blijven had voor mij geen zin meer.)
Decidí buscar algo diferente para mejorar mi vida. (Ik besloot iets anders te zoeken om mijn leven te verbeteren.)
Sabía que no sería fácil, pero tenía que confiar en mis habilidades. (Ik wist dat het niet gemakkelijk zou zijn, maar ik moest vertrouwen hebben in mijn vaardigheden.)
Elegí ser realista y dejar atrás el miedo al cambio. (Ik koos ervoor realistisch te zijn en liet de angst voor verandering achter me.)
Ahora tengo un trabajo donde puedo mostrar mis capacidades cada día. (Nu heb ik een baan waar ik elke dag mijn capaciteiten kan laten zien.)
Cuando haces lo que te gusta, todo resulta más sencillo. (Wanneer je doet wat je leuk vindt, gaat alles gemakkelijker.)
Mi confianza ha crecido y afronto nuevos retos con ilusión. (Mijn zelfvertrouwen is gegroeid en ik ga nieuwe uitdagingen met enthousiasme tegemoet.)

Oefening 2: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Por qué el protagonista decidió cambiar de trabajo?

(Waarom besloot de hoofdpersoon van baan te veranderen?)

2. ¿Qué significó para él ser realista en este proceso?

(Wat betekende het voor hem om realistisch te zijn in dit proces?)

3. ¿Qué beneficio principal obtuvo después de cambiar de trabajo?

(Wat was het belangrijkste voordeel dat hij kreeg na het veranderen van baan?)

4. ¿Qué expresión describe mejor la actitud del protagonista hacia los nuevos retos?

(Welke uitdrukking beschrijft het beste de houding van de hoofdpersoon ten opzichte van nieuwe uitdagingen?)

Oefening 3: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. ¿Qué emociones crees que sintió el protagonista antes de decidir cambiar de trabajo?
  2. Welke emoties denk je dat de hoofdpersoon voelde voordat hij besloot van baan te veranderen?
  3. ¿Cómo influye la confianza en uno mismo al enfrentar cambios importantes en la vida?
  4. Hoe beïnvloedt zelfvertrouwen het omgaan met belangrijke veranderingen in het leven?
  5. ¿Qué consejo le darías a alguien que quiere mejorar su vida profesional pero tiene miedo al cambio?
  6. Welke raad zou je iemand geven die zijn professionele leven wil verbeteren maar bang is voor verandering?
  7. ¿Puedes mencionar un cambio importante en tu vida y cómo enfrentaste ese proceso?
  8. Kun je een belangrijke verandering in je leven noemen en hoe je dat proces hebt aangepakt?