Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Tekst en vertaling

1. Antes trabajaba en una oficina con un buen sueldo, pero no me sentía motivado. Vroeger werkte ik op een kantoor met een goed salaris, maar ik voelde me niet gemotiveerd.
2. Era claro que no disfrutaba mi trabajo y necesitaba un cambio. Het was duidelijk dat ik niet van mijn werk genoot en een verandering nodig had.
3. Seguir en el mismo lugar ya no tenía sentido para mí. Op dezelfde plek blijven had voor mij geen zin meer.
4. Decidí buscar algo diferente para mejorar mi vida. Ik besloot iets anders te zoeken om mijn leven te verbeteren.
5. Sabía que no sería fácil, pero tenía que confiar en mis habilidades. Ik wist dat het niet gemakkelijk zou zijn, maar ik moest vertrouwen hebben in mijn vaardigheden.
6. Elegí ser realista y dejar atrás el miedo al cambio. Ik koos ervoor realistisch te zijn en liet de angst voor verandering achter me.
7. Ahora tengo un trabajo donde puedo mostrar mis capacidades cada día. Nu heb ik een baan waar ik elke dag mijn capaciteiten kan laten zien.
8. Cuando haces lo que te gusta, todo resulta más sencillo. Wanneer je doet wat je leuk vindt, gaat alles gemakkelijker.
9. Mi confianza ha crecido y afronto nuevos retos con ilusión. Mijn zelfvertrouwen is gegroeid en ik ga nieuwe uitdagingen met enthousiasme tegemoet.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Por qué el protagonista sintió que debía cambiar de trabajo?
  2. Waarom voelde de hoofdpersoon dat hij van baan moest veranderen?
  3. ¿Qué beneficios obtuvo después del cambio?
  4. Welke voordelen kreeg ik na de verandering?
  5. ¿Crees que es fácil cambiar de carrera?
  6. Denk je dat het makkelijk is om van carrière te veranderen?