10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Herken in de video: mobiliteit, park and ride, fietsen, wandelen, auto, rijstrook, openbaar vervoer.
Erkennen Sie im Video: Mobilität, Park and Ride, Radfahren, zu Fuß gehen, Auto, Fahrspur, öffentlicher Verkehr.

De stad van morgen is groen, stil en vol frisse lucht!

1. Vroeger was de auto het belangrijkste vervoermiddel. (Früher war das Auto das wichtigste Verkehrsmittel.) Anzeigen
2. In de stad zijn veel straten met veel rijstroken. (In der Stadt gibt es viele Straßen mit vielen Fahrstreifen.) Anzeigen
3. Nu vinden mensen lopen en fietsen heel belangrijk. (Jetzt finden Menschen das Gehen und Radfahren sehr wichtig.) Anzeigen
4. Auto's parkeren vaak buiten de stad. (Autos parken oft außerhalb der Stadt.) Anzeigen
5. De mensen gaan dan met de bus, de tram of de metro naar het centrum. (Die Menschen fahren dann mit dem Bus, der Straßenbahn oder der U-Bahn ins Zentrum.) Anzeigen
6. Van de ene stad naar de andere stad reizen we met de trein. (Von der einen Stadt zur anderen reisen wir mit dem Zug.) Anzeigen
7. Als het ver is, gaan sommige mensen met het vliegtuig. (Wenn es weit ist, fliegen manche Menschen mit dem Flugzeug.) Anzeigen
8. Misschien gaan we over vijftig jaar allemaal elektrisch vliegen met drones. (Vielleicht fliegen wir in fünfzig Jahren alle elektrisch mit Drohnen.) Anzeigen
9. Maar nu hebben we nog parkeerplekken nodig voor de auto's. (Aber jetzt brauchen wir noch Parkplätze für die Autos.) Anzeigen

Übung 1: Diskussionsfragen

Anleitung: Diskutiert die Fragen, nachdem ihr das Audio gehört oder den Text gelesen habt.

  1. Wat is vandaag prioriteit?
    2. Was hat heute Priorität?
  2. Gebruik jij vaak het openbaar vervoer?
    3. Nutzen Sie oft öffentliche Verkehrsmittel?
  3. Hoe is groene mobiliteit in jouw land?
    4. Wie steht es um die grüne Mobilität in deinem Land?
  4. Wat is jouw favoriete vervoersmiddel?
    5. Was ist dein bevorzugtes Verkehrsmittel?