Zich wassen (lavarse)

Zich wassen (lavarse)

Aprende a conjugar el verbo "lavarse" en neerlandés: tiempo presente perfecto, modo indicativo

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Pretérito perfecto compuesto, modo imperativo)

Todas las conjugaciones y tiempos: Zich wassen (lavarse)

Plan de estudios: Clase de neerlandés - Dagelijkse routines (Rutinas diarias)

Conjugación de lavarse en el pretérito perfecto compuesto

Neerlandés Español
ik heb me gewassen me he lavado
jij hebt je gewassen / heb je je gewassen? tú te has lavado / te has lavado
hij/zij/het heeft zich gewassen él/ella/ello se ha lavado
wij hebben ons gewassen nos hemos lavado
jullie hebben je gewassen vosotros os habéis lavado
zij hebben zich gewassen ellos se han lavado