Beslissen (décider) - Conjugaison des verbes et exercices Partager Copié !

Conjugaison de beslissen (décider) pour tous les temps verbaux avec des phrases d'exemple et des exercices.

Matériel d'apprentissage qui met en œuvre ce verbe:

Niveau: A2

Module 5: Dagelijks huishouden (Ménage quotidien)

Leçon 34: Met pensioen gaan (Être à la retraite)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Beslissen (décider)	Beslist (Décidé)

Temps de verbe

Aantonende wijs

Néerlandais	Français
(ik) besliste	j'ai décidé
(jij) besliste/beslistest	tu décidais/tu décidais
(hij/zij/het) besliste	il a décidé / elle a décidé / cela a décidé
(wij) beslisten	nous décidions
(jullie) beslisten	vous décidiez
(zij) beslisten	ils décidèrent

Néerlandais	Français
(ik) heb besloten	j'ai décidé
(jij) hebt besloten / hebt besloten	tu as décidé
(hij/zij/het) heeft besloten	il/elle/on a décidé
(wij) hebben besloten	nous avons décidé
(jullie) hebben besloten	vous avez décidé
(zij) hebben besloten	ils ont décidé

Néerlandais	Français
(ik) heb besloten	j'ai décidé
(jij) hebt besloten / hebt besloten	tu as décidé / as décidé
(hij/zij/het) heeft besloten	il/elle a décidé
(wij) hebben besloten	nous avons décidé
(jullie) hebben besloten	vous avez décidé
(zij) hebben besloten	ils ont décidé

Néerlandais	Français
(ik) zal hebben beslist	je déciderai
(jij) zal hebben beslist / zult hebben beslist	tu auras décidé
(hij/zij/het) zal hebben beslist	il/elle/il aura décidé
(wij) zullen hebben beslist	nous aurons décidé
(jullie) zullen hebben beslist	vous aurez décidé
(zij) zullen hebben beslist	ils décideront

Néerlandais	Français
(ik) zal/zou besloten hebben	je aurai décidé / je aurais décidé
(jij) zult/zou besloten hebben	tu auras décidé
(hij/zij/het) zal/zou besloten hebben	il/elle/on aura décidé
(wij) zullen/ zouden besloten hebben	nous aurons décidé/nous aurions décidé
(jullie) zullen/ zouden besloten hebben	vous aurez décidé / vous auriez décidé
(zij) zullen/ zouden besloten hebben	ils auront décidé/ils auraient décidé

Conditionele wijs

Néerlandais	Français
ik zou beslissen	je déciderais
jij zou beslissen / zou jij beslissen	tu déciderais / tu déciderais
hij/zij/het zou beslissen	il/elle/on déciderait
wij zouden beslissen	nous déciderions
jullie zouden beslissen	vous décideriez
zij zouden beslissen	ils décideraient

Néerlandais	Français
ik zou besloten hebben	j'aurais décidé
jij zou besloten hebben / zou besloten hebben	tu aurais décidé
(hij/zij/het) hij zou besloten hebben / zij zou besloten hebben / het zou besloten hebben	il aurait décidé / elle aurait décidé / cela aurait décidé
wij zouden besloten hebben	nous aurions décidé
jullie zouden besloten hebben	vous auriez décidé
zij zouden besloten hebben	ils auraient décidé

Imperatief (gebiedende wijs)

Néerlandais	Français
Beslis!	décide