Benutzen (gebruiken) - Perfekt, indikativ (Perfect, indicatief)

 Benutzen (gebruiken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Benutzen - Vervoeging van gebruiken in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tijd, aantonende wijs (Perfekt, indikativ).

Perfekt, indikativ (Perfect, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Benutzen (gebruiken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Duitse les - Haushaltsgeräte (Huishoudelijke apparaten)

Verbuiging van gebruiken in de perfectum

Duits Nederlands
(ich) habe benutzt ik heb gebruikt
(du) hast benutzt jij hebt gebruikt
(er/sie/es) hat benutzt hij/zij/het heeft gebruikt
(wir) haben benutzt wij hebben gebruikt
(ihr) habt benutzt jullie hebben gebruikt
(sie) haben benutzt zij hebben gebruikt

Voorbeeldzinnen

Duits Nederlands