Einpacken (inpakken) - Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Einpacken - Verbuiging van inpakken in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, onvoltooid tegenwoordige wijs (Präsens, indikativ).
Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Einpacken (inpakken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Koffer packen (Je bagage pakken)
Verbuiging van inpakken in de tegenwoordige tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
ich packe ein | ik pak in |
du packst ein | jij pakt in |
er/sie/es packt ein | hij/zij/het pakt in |
wir packen ein | wij pakken in |
ihr packt ein | jullie pakken in |
sie packen ein | zij pakken in |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich packe meinen Rucksack für den Städtetrip ein. | Ik pak mijn rugzak in voor de stedentrip. |
Du packst das Handgepäck schon ganz voll ein. | Je pakt het handbagage al helemaal vol in. |
Er packt die Sonnenbrille ins Gepäck ein. | Hij pakt de zonnebril in het bagage in. |
Wir packen die Unterwäsche und den Koffer ein. | Wij pakken het ondergoed en de koffer in. |
Ihr packt das Gepäck sorgfältig für die Tour ein. | Jullie pakken de bagage zorgvuldig in voor de tour. |
Sie packen den Koffer für die Reise in die Berge ein. | Zij pakken de koffer in voor de reis naar de bergen. |