Geben (geven) Delen Gekopieerd!
Leer het werkwoord „geben“ te vervoegen in het Duits: tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs
Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Geben (geven)
Syllabus: Duitse les - Adresse und Kontaktdaten (Adres en contactgegevens)
Verbuiging van geben in de tegenwoordige tijd
| Duits | Nederlands |
|---|---|
| (ich) gebe | ik geef |
| (du) gibst | jij geeft |
| (er/sie/es) gibt | hij/zij/het geeft |
| (wir) geben | wij geven |
| (ihr) gebt | jullie geven |
| (sie) geben | zij geven |