Halten (houden) - Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!
Halten - Vervoeging van halten in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanwijzende wijs (Prasens, indikativ).
Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Halten (houden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Transportmittel (Transport)
vervoeging van houden in de tegenwoordige tijd
| Duits | Nederlands |
|---|---|
| (ich) halte | ik houd |
| (du) hältst | jij houdt |
| (er/sie/es) hält | hij/zij/het houdt |
| (wir) halten | wij houden |
| (ihr) haltet | jullie houden |
| (sie) halten | zij houden |
Voorbeeldzinnen
| Duits | Nederlands |
|---|---|
| Ich halte die Fahrkarte für den Bus bereit. | Ik houd het buskaartje klaar. |
| Du hältst den Zug an der Haltestelle ab. | Jij houdt de trein bij het station tegen. |
| Der Bus hält vor der Schule. | De bus houdt voor de school. |
| Wir halten die Straßenbahn an der nächsten Station. | Wij houden de tram bij het volgende station. |
| Ihr haltet das Fahrrad vor dem Bahnhof. | Jullie houden de fiets voor het station. |
| Sie halten im Taxi vor dem Hotel an. | zij houden in de taxi voor het hotel aan |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
hält, halte, hältst, halten, haltet
1.
Du ... den zug an der haltestelle ab.
(Je houdt de trein bij de halte tegen.)
2.
Ich ... die fahrkarte für den bus bereit.
(Ik houd het kaartje voor de bus klaar.)
3.
Sie ... im taxi vor dem hotel an.
(U stopt met de taxi voor het hotel.)
4.
Ihr ... das fahrrad vor dem bahnhof.
(Jullie stoppen de fiets voor het station.)
5.
Wir ... die straßenbahn an der nächsten station.
(We stoppen de tram bij het volgende station.)
6.
Der bus ... vor der schule.
(De bus stopt voor de school.)