Schwimmen (zwemmen) - Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)

 Schwimmen (zwemmen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Schwimmen - Vervoeging van zwemmen in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Prasens, indikativ).

Prasens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Schwimmen (zwemmen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Duitse les - Sport und Bewegung (Sport en beweging)

Vervoeging van zwemmen in de tegenwoordige tijd

Duits Nederlands
ich schwimme ik zwem
du schwimmst jij zwemt
er/sie/es schwimmt hij/zij/het zwemt
wir schwimmen wij zwemmen
ihr schwimmt jullie zwemmen
sie schwimmen zij zwemmen

Voorbeeldzinnen

Duits Nederlands
Ich schwimme gern im Sommer im See. Ik zwem graag in de zomer in het meer.
Du schwimmst schnell beim Training im Schwimmbad. Jij zwemt snel tijdens de training in het zwembad.
Er schwimmt jeden Samstag mit dem Verein. Hij zwemt elke zaterdag met de vereniging.
Wir schwimmen nach dem Fußballtraining zusammen. Wij zwemmen na het voetbaltraining samen.
Ihr schwimmt oft im Schwimmbad nach dem Sport. Jullie zwemmen vaak in het zwembad na het sporten.
Sie schwimmen jeden Mittwoch im Fitnessstudio. Zij zwemmen elke woensdag in de sportschool.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

ihr schwimmt, du schwimmst, er, sie schwimmen, ich schwimme, wir schwimmen, schwimmt

1.
... schnell beim training im schwimmbad.
(Je zwemt snel tijdens de training in het zwembad.)
2.
... gern im sommer im see.
(Ik zwem graag in de zomer in het meer.)
3.
... oft im schwimmbad nach dem sport.
(Jullie zwemmen vaak in het zwembad na het sporten.)
4.
... jeden mittwoch im fitnessstudio.
(Ze zwemmen elke woensdag in de sportschool.)
5.
... ... jeden samstag mit dem v...ein.
(Hij zwemt elke zaterdag met de vereniging.)
6.
... nach dem fußballtraining zusammen.
(We zwemmen na de voetbaltraining samen.)