Spielen (spelen) - Perfekt, indikativ (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief)

 Spielen (spelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Spielen - Vervoeging van spelen in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Perfekt, indikativ).

Perfekt, indikativ (Voltooid tegenwoordige tijd, indicatief)

Alle vervoegingen en tijden: Spielen (spelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Duitse les - Ihre Haustiere (Jouw huisdieren)

Vervoeging van spelen in de voltooide tijd

Duits Nederlands
(ich) habe gespielt ik heb gespeeld
(du) hast gespielt jij hebt gespeeld
(er/sie/es) hat gespielt hij/zij/het heeft gespeeld
(wir) haben gespielt wij hebben gespeeld
(ihr) habt gespielt jullie hebben gespeeld
(sie) haben gespielt zij hebben gespeeld

Voorbeeldzinnen

Duits Nederlands
Ich habe Fußball mit dem Ball gespielt. Ik heb voetbal met de bal gespeeld.
Du hast beim Training Tennis gespielt. Jij hebt tijdens de training tennis gespeeld.
Er hat Basketball im Sportverein gespielt. Hij heeft basketbal gespeeld in de sportvereniging.
Wir haben gestern Fußball und Basketball gespielt. Wij hebben gisteren voetbal en basketbal gespeeld.
Ihr habt im Park mit dem Ball gespielt. Jullie hebben in het park met de bal gespeeld.
Sie haben nach dem Training Turnen gespielt. Ze hebben na de training geturnd.