Spielen (spelen) - Perfekt, indikativ (Perfect, indicatief) Delen Gekopieerd!

Spielen - Verbuiging van spielen in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tegenwoordige tijd, indicatief (Perfekt, indikativ).
Perfekt, indikativ (Perfect, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Spielen (spelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Ihre Haustiere (Jouw huisdieren)
Vervoeging van spelen in de voltooide tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) habe gespielt | ik heb gespeeld |
(du) hast gespielt | jij hebt gespeeld |
(er/sie/es) hat gespielt | hij/zij/het heeft gespeeld |
(wir) haben gespielt | wij hebben gespeeld |
(ihr) habt gespielt | jullie hebben gespeeld |
(sie) haben gespielt | zij hebben gespeeld |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich habe Fußball mit dem Ball gespielt. | Ik heb voetbal met de bal gespeeld. |
Du hast beim Training Tennis gespielt. | Jij hebt tijdens de training tennis gespeeld. |
Er hat Basketball im Sportverein gespielt. | Hij heeft basketbal gespeeld in de sportvereniging. |
Wir haben gestern Fußball und Basketball gespielt. | Wij hebben gisteren voetbal en basketbal gespeeld. |
Ihr habt im Park mit dem Ball gespielt. | Jullie hebben in het park met de bal gespeeld. |
Sie haben nach dem Training Turnen gespielt. | Ze hebben na de training geturnd. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
hast, gespielt, habe, haben, habt, hat
1.
Ihr ... im park mit dem ball ....
(Jullie hebben in het park met de bal gespeeld.)
2.
Du ... beim training tennis ....
(Je hebt tijdens de training tennis gespeeld.)
3.
Ich ... fußball mit dem ball ....
(Ik heb voetbal met de bal gespeeld.)
4.
Er ... basketball im sportverein ....
(Hij heeft basketbal gespeeld in de sportvereniging.)
5.
Sie ... nach dem training turnen ....
(Ze hebben na de training geturnd.)
6.
Wir ... gestern fußball und basketball ....
(We hebben gisteren voetbal en basketbal gespeeld.)