Verpassen (missen) - Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief) Delen Gekopieerd!

Verpassen - vervoeging van missen in het Duits: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Präsens, indikativ).
Präsens, indikativ (Tegenwoordige tijd, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Verpassen (missen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Duitse les - Am Flughafen und im Flugzeug. (Op het vliegveld en in het vliegtuig.)
Vervoeging van missen in de tegenwoordige tijd
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) verpasse | ik mis |
(du) verpasst | jij mist |
(er/sie/es) verpasst | hij/zij/het mist |
(wir) verpassen | wij missen |
(ihr) verpasst | jullie missen |
(sie) verpassen | zij missen |
Voorbeeldzinnen
Duits | Nederlands |
---|---|
Ich verpasse den Flug wegen der Verspätung. | Ik mis de vlucht door de vertraging. |
Du verpasst den Check-in am Flughafen. | Jij mist het inchecken op de luchthaven. |
Er verpasst das Gate beim Abflug. | hij mist de gate bij het vertrek |
Wir verpassen die Sicherheitskontrolle nicht. | wij missen de veiligheidscontrole niet |
Ihr verpasst den Abflug, wenn ihr euch nicht beeilt. | Jullie missen de vlucht als jullie zich niet haasten. |
Sie verpassen das Ticket für den Flug online. | Zij missen het ticket voor de vlucht online. |