Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer alles over de Italiaanse condizionale zero: een grammaticale constructie die algemene waarheden en vaste gewoonten uitdrukt met twee werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Ontdek hoe je zinnen bouwt met 'Se + presente indicativo + presente indicativo' en begrijp de verschillen met het Nederlands. Voorbeelden zoals 'Se dai il numero di telefono, ti contatto' maken het duidelijk en praktisch voor A1-leerlingen.
  1. In de nulvoorwaardelijke zin gebeurt de gevolg altijd wanneer de voorwaarde is vervuld.
  2. De zin begint met "se".
Formula (Formule)Esempio (Voorbeeld)
Se + presente indicativo + presente indicativo.Se dai il numero di telefono, ti contatto. (Als je het nummer geeft, neem ik contact met je op.)
Se + presente indicativo + presente indicativoSe invii la mail, ricevi la risposta. (Als je de mail stuurt, krijg je antwoord.)
Se + presente indicativo + presente indicativoSe vive in Italia, è italiano. (Als hij/zij woont in Italië, is hij/zij Italiaans.)

Oefening 1: Il condizionale zero

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

scrivi, vivi, dai, usate, invio, vive, chiami, contattiamo

1.
Se ..., lui risponde sempre.
(Als je hem belt, antwoordt hij altijd.)
2.
Se ... la lettera oggi, arriva domani.
(Als ik de brief vandaag verstuur, komt hij morgen aan.)
3.
Se ... la lettera, la leggo subito.
(Als je de brief schrijft, lees ik die meteen.)
4.
Se ... il numero, ti contatto subito.
(Als je het nummer geeft, neem ik meteen contact met je op.)
5.
Se ... il cliente, ci risponde subito.
(Als we de klant bellen, antwoordt hij onmiddellijk.)
6.
Se ... qui, conosci l'indirizzo.
(Als je hier woont, ken je het adres.)
7.
Se ... in Spagna, parla spagnolo.
(Men woont in Spanje, spreekt Spaans.)
8.
Se ... il prefisso giusto, funziona tutto.
(Als je de juiste prefix gebruikt, werkt alles.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Se ___ il numero di telefono, ti chiamo subito.

(Als ___ het telefoonnummer geeft, bel ik je meteen.)

2. Se ___ la mail, ricevi una risposta veloce.

(Als ___ de mail verstuurt, krijg je een snel antwoord.)

3. Se ___ in Italia, sei italiano.

(Als ___ in Italië woont, ben je Italiaans.)

4. Se ___ l'indirizzo, te lo danno subito.

(Als ___ om het adres vraagt, geven ze het je meteen.)

5. Se ___ il telefono, chiami un amico.

(Als ___ de telefoon gebruikt, bel je een vriend.)

6. Se ___ bene, vedi l'indirizzo sulla carta.

(Als ___ goed kijkt, zie je het adres op het papier.)

Introductie tot de Condizionale Zero

In deze les leer je over de "condizionale zero", een Italiaanse grammaticale constructie die gebruikt wordt om algemene waarheden en vaste gewoonten uit te drukken. Deze vorm volgt de structuur "Se + presente indicativo + presente indicativo" en drukt situaties uit waarbij een bepaalde voorwaarde altijd tot een bepaalde consequentie leidt.

Formule en Voorbeelden

De basisformule is eenvoudig: "Se" (als) gevolgd door twee werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Bijvoorbeeld:

  • Se dai il numero di telefono, ti contatto.
  • Se invii la mail, ricevi la risposta.
  • Se vive in Italia, è italiano.

Deze zinnen tonen aan dat zodra de voorwaarde (het eerste deel) wordt vervuld, de uitkomst (het tweede deel) altijd plaatsvindt. Het gaat dus om feiten en niet om hypothesen of wensen.

Belangrijke Leerpunten

  • Beide werkwoorden staan in de tegenwoordige tijd (presente indicativo).
  • De zin begint altijd met "Se" (als).
  • Het drukt een zekere, herhaalde of wetmatige relatie uit.

Verschillen met het Nederlands

In het Nederlands gebruiken we vaak ook de 'als'-constructie om voorwaardelijke zinnen te vormen, bijvoorbeeld "Als je het nummer geeft, bel ik je". Een belangrijk verschil is dat de Italiaanse condizionale zero strikt beide werkwoorden in de tegenwoordige tijd zet, terwijl het Nederlands soms meer vrijheden kent qua tijdgebruik. Ook bestaat er geen speciale naam als "condizionale zero", dit is een unieke terminologie binnen het Italiaans.

Handige Italiaanse woorden: Se (als), dai (jij geeft), inviare (versturen), ricevere (ontvangen), vivere (wonen, leven), essere (zijn).

Door deze les te bestuderen, begrijp je beter hoe je algemene waarheden en oorzakelijke verbanden in het Italiaans formuleert en kun je je dagelijkse communicatie met Italiaanse sprekers verbeteren.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Fabio Pirioni

Bachelor in de geesteswetenschappen

University of Udine

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 00:55