Leer de basis van de Italiaanse telwoorden met getallen van 1 tot 20, inclusief onregelmatige getallen van 11 tot 19. Begrijp praktische voorbeelden zoals 'un paio' en verschillen met het Nederlands om efficiënt te leren tellen in het Italiaans.
- De cijfers van 0 tot 9 worden "unità" genoemd.
- Van 11 tot 19 zijn onregelmatige getallen en volgen ze geen specifiek patroon.
- Lo 0 si pronuncia "zero".
Numeri dall' 1 al 20 (Getallen van 1 tot 20)
1: Uno (Een) | 11: Undici (Elf) |
2: Due (Twee) | 12: Dodici (Twaalf) |
3: Tre (Drie) | 13: Tredici (Dertien) |
4: Quattro (Vier) | 14: Quattordici (Veertien) |
5: Cinque (Vijf) | 15: Quindici (Vijftien) |
6: Sei (Zes) | 16: Sedici (Zestien) |
7: Sette (Zeven) | 17: Diciassette (Zeventien) |
8: Otto (acht) | 18: Diciotto (Achtien) |
9: Nove (Negen) | 19: Diciannove (Negentien) |
10: Dieci (Tien) | 20: Venti (Twintig) |
Uitzonderingen!
- 'Un paio' betekent 2. Voorbeeld: 'un paio di ore' (een paar uur).
Oefening 1: Numeri cardinali: la base
Instructie: Vul het juiste woord in.
Tre, Quindici, Nove, Diciotto, Venti, Otto, Dieci, Tredici
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ho comprato _____ mele per la festa.
(Ik heb _____ appels gekocht voor het feest.)2. Ci sono _____ studenti in classe oggi.
(Er zijn _____ studenten in de klas vandaag.)3. Abbiamo ricevuto _____ email questa settimana.
(We hebben deze week _____ e-mails ontvangen.)4. Ho invitato _____ persone alla conferenza.
(Ik heb _____ mensen uitgenodigd voor de conferentie.)5. La festa è iniziata alle _____ e trenta.
(Het feest begon om _____ dertig.)6. Abbiamo ordinato _____ di copie del libro.
(We hebben _____ exemplaren van het boek besteld.)