Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer de uitspraak van de Nederlandse tweeklanken ui, ou, eu en oe. Deze belangrijke klanken komen veel voor in woorden als huis, koud, neus en boek. De les behandelt voorbeelden, uitspraakverschillen en handige zinnen met werkwoorden om jouw uitspraak en taalvaardigheid te verbeteren.
Klank (Klank)Voorbeelden (Voorbeelden)
uiHuis, lui, muis (Huis, lui, muis)
ouKoud, goud, hout (Koud, goud, hout)
euNeus, deur, geur (Neus, deur, geur)
oeBoek, moe, doel (Boek, moe, doel)
mixZoet, zout, zuid (Zoet, zout, zuid)

Oefening 1: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Hoe laat ____ je het antwoord geven?


2. Waarheen ____ je vanavond?


3. Waarom ____ hij niet op mijn vragen?


4. Hoeveel boeken ____ je gelezen?


5. Wanneer ____ je de vragen stellen?


6. Wat ____ je antwoorden op die vraag?


De uitspraak van Nederlandse tweeklanken: ui, ou, eu, oe

In deze les leer je hoe je de Nederlandse tweeklanken ui, ou, eu en oe correct uitspreekt. Deze klanken komen vaak voor in het dagelijks gesproken Nederlands en zijn belangrijk om vloeiend te kunnen spreken en begrijpen.

Overzicht van de klanken

  • ui zoals in huis, lui, muis
  • ou zoals in koud, goud, hout
  • eu zoals in neus, deur, geur
  • oe zoals in boek, moe, doel
  • Daarnaast is er een mix van klanken zoals te horen in zoet, zout, zuid

Belangrijke aandachtspunten

Deze klanken verschillen in klinkerklank en mondpositie. Zo wordt ui uitgesproken met een open en scherpe klank, terwijl oe klinkt als een lange oe-klank. De eu is een gesloten klinker en kan lastig zijn voor Nederlandstaligen die een andere moedertaal spreken.

Bijvoorbeeld, huis en koud bevatten verschillende tweeklanken die vaak verward worden, maar goed onderscheiden worden moet worden voor duidelijk spreken.

Verschillen met jouw taal

In sommige talen bestaan deze specifieke tweeklanken niet of worden ze anders uitgesproken. Het is daarom nuttig om veel te oefenen met luisteren en spreken. De zinnen in deze les bevatten ook werkwoorden zoals wil, ga en antwoordt, die verschillen in vervoeging ten opzichte van andere talen. Bijvoorbeeld, in het Nederlands wordt de tweede persoon enkelvoud vaak vervoegd zonder extra uitgang, zoals jij wil (en niet *wilt* in informeel gebruik).

Veelgebruikte woorden die in deze les voorkomen zijn huis (huis), neus (neus), boek (boek), en werkwoorden zoals vragen (vragen). Het oefenen van deze klanken in combinatie met dagelijkse woorden helpt enorm bij het verbeteren van je uitspraak en begrip.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Kato De Paepe

Zakendoen en talen

KdG University of Applied Sciences and Arts Antwerp

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

zondag, 09/03/2025 05:11