Draaien (kręcić) - Odmiana czasowników i ćwiczenia

Odmiana czasownika draaien (kręcić) we wszystkich czasach z przykładowymi zdaniami i ćwiczeniami.

 Draaien (kręcić) - Odmiana czasowników i ćwiczenia

Materiały dydaktyczne, które wdrażają ten czasownik:

Poziom: A1

Moduł 3: Dag tot dag (Z dnia na dzień)

Lekcja 17: Koken en bakken (Gotowanie i pieczenie)

Infinitief Voltooid deelwoord
Draaien (kręcić) Gedraaid (obrócony)

Czasy czasowników

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niderlandzki Polski
(ik) draai ja kręcę
(jij) draait/draai ty kręcisz/kręć
(hij/zij/het) draait on/ona/ono kręci
(wij) draaien my kręcimy
(jullie) draaien jullie kręcicie
(zij) draaien one kręcą

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niderlandzki Polski
(ik) draaide ja kręciłem
(jij) draaide/draaide Ty kręciłeś/kręciłaś
(hij/zij/het) draaide on/ona/ono kręcił
(wij) draaiden my kręciliśmy
(jullie) draaiden wy kręciliście
(zij) draaiden one kręcili

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niderlandzki Polski
ik heb gedraaid ja kręciłem
jij hebt/je hebt gedraaid ty zakręciłeś/zakręciłaś
hij/zij/het heeft gedraaid on/ona/ono kręcił
wij hebben gedraaid my kręciliśmy
jullie hebben gedraaid wy kręciliście
zij hebben gedraaid oni kręcili

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niderlandzki Polski
(ik) heb gedraaid ja kręciłem
(jij) hebt/heb gedraaid ty kręciłeś
(hij/zij/het) heeft gedraaid on/ona/ono kręcił
(wij) hebben gedraaid My kręciliśmy
(jullie) hebben gedraaid wy kręciliście
(zij) hebben gedraaid oni kręcili

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niderlandzki Polski
ik zal draaien ja będę kręcić
jij zult draaien / zal draaien ty będziesz kręcić
(hij/zij/het) hij zal draaien on będzie kręcić
wij zullen draaien my będziemy kręcić
jullie zullen draaien wy będziecie kręcić
zij zullen draaien oni będą kręcić

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niderlandzki Polski
(ik) zal hebben gedraaid ja będę kręcił
(jij) zal/zult hebben gedraaid ty będziesz kręcił
(hij/zij/het) zal hebben gedraaid on/ona/ono będzie kręcił
(wij) zullen hebben gedraaid my będziemy kręcić
(jullie) zullen hebben gedraaid wy będziecie kręcili
(zij) zullen hebben gedraaid oni będą kręcili
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niderlandzki Polski
ik zou draaien ja kręciłbym
jij zou draaien ty byś kręcił
hij/zij/het zou draaien on/ona/ono kręciłby
wij zouden draaien my kręcilibyśmy
jullie zouden draaien wy kręcilibyście
zij zouden draaien oni by kręcili

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niderlandzki Polski
ik zou gedraaid hebben ja bym kręcił
jij zou gedraaid hebben / zou gedraaid hebben ty byś kręcił
hij/zij/het zou gedraaid hebben on/ona/ono kręciłby
wij zouden gedraaid hebben my byśmy kręcili
jullie zouden gedraaid hebben wy byście kręcili
zij zouden gedraaid hebben oni kręciliby
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niderlandzki Polski
Draai! Ty kręć