In Nederland ga je na de middelbare school naar MBO, HBO of universiteit. De video bespreekt het MBO (middelbaar beroepsonderwijs) en legt uit hoe de juiste keuze te maken. Deze tips kunnen ook helpen in de zoektocht naar werk of in je persoonlijk leven.
In the Netherlands, after secondary school, you go to MBO, HBO, or university. The video discusses the MBO (secondary vocational education) and explains how to make the right choice. These tips can also help in the search for work or in your personal life.

Exercise 1: Word bingo

Instruction: 1. Listen minimum two times to the video and indicate the words you hear. 2. Use the words to form a conversation with your teacher (write down your conversation). 3. Memorize the words with the word trainer.

Word Translation
De opleiding The course
Iets interessants leren Learning something interesting
Studeren Studying
Een grote of een kleine school A big or a small school
De talenten The talents
Iets goed kunnen Being good at something
De richting die bij jou past The direction that suits you
De opleiding kiezen Choosing the course
Het beroep uitzoeken Choosing the profession

Exercise 2: Text

Instruction: 1. Read the text in pairs. 2. Memorize the phrases by covering the translation.

Hoe kies je de opleiding die bij je past?

How do you choose the course that suits you?
Wist je dat het mbo meer dan 500 opleidingen heeft? (Did you know that the mbo has more than 500 courses?)
Het is belangrijk dat je een opleiding kiest die bij jou past. (It is important that you choose a course that suits you.)
Denk na over wat je graag wilt leren en wat jouw talenten zijn. (Think about what you would like to learn and what your talents are.)
Werk je graag met mensen, of maak je liever iets met je handen? (Do you like working with people, or do you prefer making something with your hands?)
Vind je het belangrijk om veel te verdienen, of wil je vooral afwisseling? (Is it important to you to earn a lot, or do you mainly want variety?)
Denk ook na over de school: wil je een grote of een kleine school? (Also think about the school: do you want a big or a small school?)
Vraag aan je ouders of vrienden wat zij denken dat jouw talenten zijn. (Ask your parents or friends what they think your talents are.)
Misschien herinneren zij zich iets wat jij niet meer weet. (Maybe they remember something that you don't remember anymore.)
Maak een lijst met opleidingen die je leuk vindt en opleidingen die je niet leuk vindt. (Make a list of courses you like and courses you don't like.)
Zoek op internet informatie, of praat met iemand die het beroep kent. (Search for information on the internet, or talk to someone who knows the profession.)
Onthoud dat kiezen voor een opleiding niet voor de rest van je leven hoeft te zijn. (Remember that choosing a course does not have to be for the rest of your life.)
Als je er klaar voor bent, schrijf je dan in voor de opleiding en school die jij kiest! (When you are ready, enroll in the course and school you choose!)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Hoeveel opleidingen zijn er ongeveer bij het mbo?

(How many programs are there approximately at mbo?)

2. Wat is belangrijk als je een opleiding kiest volgens de tekst?

(What is important when choosing a program according to the text?)

3. Wat kun je doen als je niet zeker weet welke opleiding je wilt kiezen?

(What can you do if you are not sure which program you want to choose?)

4. Is het kiezen van een opleiding een beslissing voor je hele leven?

(Is choosing a program a decision for your whole life?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Discuss the following questions with your teacher using the vocabulary from this lesson, and write down your answers.

  1. Hoe weet jij welke opleiding bij jouw talenten past?
  2. How do you know which course suits your talents?
  3. Wat vind je leuker: werken met mensen of werken met je handen? Waarom?
  4. What do you like more: working with people or working with your hands? Why?
  5. Ken je iemand die een mbo-opleiding doet? Wat vindt die persoon leuk aan de opleiding?
  6. Do you know someone who is doing an mbo course? What does that person like about the course?
  7. Hoe kunnen je familie of vrienden je helpen bij het kiezen van een opleiding?
  8. How can your family or friends help you in choosing a course?

Exercise 5: Practice in context

Instruction: Open de website, vind opleidingen en vertel welke opleiding je graag zou doen.

  1. https://www.kiesmbo.nl/home