Exercise 1: Word bingo
Instruction: 1. Listen minimum two times to the video and indicate the words you hear. 2. Use the words to form a conversation with your teacher (write down your conversation). 3. Memorize the words with the word trainer.
Word | Translation |
---|---|
Via Schiphol | Via Schiphol |
De check-in en de security | The check-in and security |
De paspoortcontrole | The passport control |
In de rij staan | Standing in line |
Controleren | To check |
Een geldig paspoort | A valid passport |
De identiteitskaart | The identity card |
Alleen reizen | Traveling alone |
De vlucht binnen Europa | The flight within Europe |
De intercontinentale vlucht | The intercontinental flight |
Exercise 2: Text
Instruction: 1. Read the text in pairs. 2. Memorize the phrases by covering the translation.
Korte informatievideo met instructies in de luchthaven.
Ga je deze vakantie via Schiphol op reis? | (Are you traveling via Schiphol this holiday?) |
Houd er dan rekening mee dat het druk kan zijn op de luchthaven. | (Then keep in mind that the airport can be busy.) |
Het is vooral druk bij het inchecken, de veiligheidscontrole en de paspoortcontrole. | (It is especially busy at check-in, security, and passport control.) |
Soms moet je langer wachten in de rij. | (Sometimes you have to wait longer in line.) |
Kijk op tijd of je paspoort of identiteitskaart nog geldig is. | (Check in time if your passport or identity card is still valid.) |
Reis je met een kind dat nog geen 18 jaar is? | (Are you traveling with a child under 18?) |
Zorg dan dat je een toestemmingsformulier bij je hebt. | (Make sure you have a consent form with you.) |
Je kunt dit formulier en je boardingpass thuis al online regelen. | (You can arrange this form and your boarding pass online at home.) |
Houd je boardingpass altijd bij de hand, ook bij de bagagecontrole. | (Always keep your boarding pass at hand, also during baggage check.) |
Na de controle kun je wachten in de vertrekhal op je vlucht. | (After the check, you can wait in the departure hall for your flight.) |
Als je aan boord gaat, kun je de piloot of stewardess vriendelijk groeten. | (When you board, you can kindly greet the pilot or flight attendant.) |
Doe je veiligheidsgordel om en ga lekker zitten. | (Fasten your seatbelt and take a seat.) |
Ik wens je een fijne vlucht! | (I wish you a pleasant flight!) |
Exercise 3: Questions about the text
Instruction: Read the text above and choose the correct answer.
1. Waar is het vooral druk op Schiphol volgens de tekst?
(Where is it especially busy at Schiphol according to the text?)2. Wat moet je controleren voordat je naar Schiphol gaat?
(What should you check before going to Schiphol?)3. Wat heb je nodig als je alleen reist met een minderjarig kind?
(What do you need if you are traveling alone with a minor child?)4. Wat moet je altijd bij de hand houden tijdens de controle?
(What should you always keep at hand during the check?)Exercise 4: Open conversation questions
Instruction: Discuss the following questions with your teacher using the vocabulary from this lesson, and write down your answers.
- Wat doe jij om ervoor te zorgen dat je reis via Schiphol goed verloopt?
- Welke documenten controleer je voordat je naar de luchthaven gaat?
- Hoe bereid jij je voor op de veiligheidscontrole op het vliegveld?
- Wat vind jij belangrijk tijdens de vlucht en waarom?