In Nederland zijn er ongeveer 133 openbare bibliotheekorganisaties, die samen ongeveer 800 vestigingen en andere distributiepunten beheren, zoals bibliobushaltes.
In the Netherlands, there are approximately 133 public library organisations, which together manage around 800 branches and other distribution points, such as bookmobile stops.

Exercise 1: Word bingo

Instruction: 1. Listen minimum two times to the video and indicate the words you hear. 2. Use the words to form a conversation with your teacher (write down your conversation). 3. Memorize the words with the word trainer.

Word Translation
de bibliotheek the library
boek uitlenen borrow a book
de cafetaria the cafeteria
de studieruimte the study area

Exercise 2: Text

Instruction: 1. Read the text in pairs. 2. Memorize the phrases by covering the translation.

Ontdek de bibliotheek, en bestel een lekkere koffie!

Discover the library and order a delicious coffee!
Welkom in de nieuwe bibliotheek van Windesheim. (Welcome to the new library of Windesheim.)
Hier kun je studeren en boeken lenen. (Here you can study and borrow books.)
Laat je studentenpas zien en krijg 10% korting in het café. (Show your student card and get 10% discount in the café.)
Ben je hier voor het eerst? Ga dan eerst naar de servicebalie op de eerste verdieping. (Are you here for the first time? Then first go to the service desk on the first floor.)
De meeste studieplekken en boeken vind je op de vierde verdieping. (Most study places and books can be found on the fourth floor.)
De studieboeken zijn op nummer gerangschikt, er is meestal een boek beschikbaar. (The textbooks are arranged by number, there is usually a book available.)
Sommige boeken mag je niet lenen, maar je kunt ze wel lezen of scannen. (Some books you are not allowed to borrow, but you can read or scan them.)
Je kunt gratis scannen en de bestanden naar je e-mail sturen. (You can scan for free and send the files to your email.)
Er zijn veel werkplekken met stopcontacten, en je mag daar eten en drinken, behalve ongezond voedsel. (There are many workplaces with power outlets, and you are allowed to eat and drink there, except unhealthy food.)
Er zijn ook gratis studiecellen, maar die zijn vaak snel bezet. (There are also free study cells, but they are often quickly occupied.)
Op de tweede verdieping is een filmzaal en een expositieruimte met boeken over communicatie en geld. (On the second floor there is a cinema and an exhibition space with books about communication and money.)
Op de eerste verdieping is een café met tijdschriften, waar je met je studentenpas korting krijgt. (On the first floor there is a café with magazines, where you get a discount with your student card.)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Waar moet je zijn als je voor het eerst naar de bibliotheek komt?

(Where should you go if you come to the library for the first time?)

2. Wat krijg je als je je studentenpas laat zien in het café?

(What do you get if you show your student card in the café?)

3. Op welke etage bevinden zich de meeste studieruimtes en boeken?

(On which floor are most study rooms and books located?)

4. Mag je bij de werkplekken met stopcontacten junkfood eten en drinken?

(Are you allowed to eat and drink junk food at the workstations with power outlets?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Discuss the following questions with your teacher using the vocabulary from this lesson, and write down your answers.

  1. Wat vind je belangrijk als je een boek in de bibliotheek leent?
  2. What do you find important when you borrow a book from the library?
  3. Kun je een verhaal beschrijven dat je onlangs gelezen hebt?
  4. Can you describe a story you have recently read?
  5. Welke plek in de bibliotheek gebruik je het liefst om te studeren en waarom?
  6. Which place in the library do you prefer to study and why?
  7. Ken je een schrijver of schrijfster die je graag leest? Vertel iets over hem of haar.
  8. Do you know a writer you like to read? Tell something about him or her.