In deze video maakt de kok klassieke pannenkoeken en geeft je de beste tips.
In questo video lo chef prepara pancake classici e ti dà i migliori consigli.

Esercizio 1: Bingo di parole

Istruzione: 1. Ascolta il video almeno due volte e indica le parole che senti. 2. Usa le parole per formare una conversazione con il tuo insegnante (scrivi la tua conversazione). 3. Memorizza le parole con il word trainer.

Parola Traduzione
het recept la ricetta
het meel la farina
de bloem la farina (per dolci)
het zout il sale
de eieren le uova
de melk il latte
de koekenpan la padella
bakken cuocere
de boter il burro
de bruine suiker lo zucchero di canna

Esercizio 2: Testo

Istruzione: 1. Leggete il testo in coppia. 2. Memorizzate le frasi coprendo la traduzione.

Pannenkoeken zijn een heerlijke en huisgemaakte maaltijd. Volg de stappen om zelf lekkere pannenkoeken te maken!

Le crêpes sono un pasto delizioso e fatto in casa. Segui i passaggi per preparare delle crêpes gustose da solo!

Huisgemaakte pannenkoeken met slagroom en fruit

Tijd: 30 minuten
Kosten: Gemiddeld
Moeilijkheid: Makkelijk

Een huisgemaakt recept voor heerlijke pannenkoeken met aardbeien, appel en slagroom.

Ingrediënten:

  • 200 gram bloem
  • 2 eieren
  • 400 ml melk
  • 1 snufje zout
  • 2 eetlepels suiker
  • Boter om te bakken
  • Olie
  • 1 appel
  • 4 aardbeien
  • Slagroom

Stappen:

  1. Ingrediënten klaarzetten: Verzamel alle ingrediënten voor het recept. Je moet de bloem, de eieren, de melk en het zout mengen.
  2. Mengen: Meng alles goed tot een beslag.
  3. Snijden: Snijd de appel en de aardbeien in kleine stukjes.
  4. Bakken: Vet de pan in met olie en doe een beetje boter in de pan. Je kunt nu een beetje beslag in de pan gieten.
  5. Fruit toevoegen: Leg een paar stukjes appel en aardbei op het beslag. Je mag zelf kiezen hoeveel fruit je wilt.
  6. Omdraaien: Bak de pannenkoek aan één kant tot hij bruin is. Daarna moet je de pannenkoek draaien en de andere kant bakken.
  7. Serveren: Leg de pannenkoeken op een bord. Je mag er suiker en slagroom aan toevoegen.
  8. Genieten: Eet de pannenkoeken warm. Dit huisgemaakte recept is perfect voor ontbijt of lunch!

Geniet van je maaltijd!

Pancakes fatti in casa con panna montata e frutta

Tempo: 30 minuti
Costo: Medio
Difficoltà: Facile

Una ricetta fatta in casa per deliziosi pancakes con fragole, mela e panna montata.

Ingredienti:

  • 200 grammi di farina
  • 2 uova
  • 400 ml di latte
  • 1 pizzico di sale
  • 2 cucchiai di zucchero
  • Burro per cuocere
  • Olio
  • 1 mela
  • 4 fragole
  • Panna montata

Passaggi:

  1. Preparare gli ingredienti: Raccogli tutti gli ingredienti per la ricetta. Devi mescolare la farina, le uova, il latte e il sale.
  2. Mescolare: Mescola tutto bene fino a ottenere una pastella.
  3. Tagliare: Taglia la mela e le fragole a pezzetti piccoli.
  4. Cucinare: Ungi la padella con olio e metti un po' di burro nella padella. Ora puoi versare un po' di pastella nella padella.
  5. Aggiungere la frutta: Metti qualche pezzo di mela e fragola sulla pastella. Puoi decidere tu quanta frutta mettere.
  6. Girare: Cuoci il pancake da un lato fino a quando diventa dorato. Poi devi girare il pancake e cuocere dall'altro lato.
  7. Servire: Metti i pancakes su un piatto. Puoi aggiungere zucchero e panna montata.
  8. Godersi: Mangia i pancakes caldi. Questa ricetta fatta in casa è perfetta per colazione o pranzo!

Buon appetito!

Esercizio 3: Domande sul testo

Istruzione: Leggi il testo sopra e scegli la risposta corretta.

1. Welke ingrediënten moet je snijden voor het recept?

(Quali ingredienti devi tagliare per la ricetta?)

2. Wat mag je op de pannenkoeken doen als ze klaar zijn?

(Cosa puoi mettere sulle frittelle quando sono pronte?)

3. Wat gebruik je om de pan in te vetten voordat je gaat bakken?

(Cosa usi per ungere la padella prima di iniziare a cuocere?)

4. Wat moet je doen nadat je het beslag in de pan hebt gegoten?

(Cosa devi fare dopo aver versato l'impasto nella padella?)

Esercizio 4: Domande per iniziare una conversazione

Istruzione: Discuti le seguenti domande con il tuo insegnante utilizzando il vocabolario di questa lezione e scrivi le tue risposte.

  1. Welke ingrediënten gebruik je om het beslag te maken?
  2. Quali ingredienti usi per fare la pastella?
  3. Hoe bak je de pannenkoeken in de pan?
  4. Come cuoci le frittelle nella padella?
  5. Wat doe je met het fruit als je de pannenkoeken bakt?
  6. Cosa fai con la frutta quando cucini le frittelle?
  7. Wat vind jij lekker om op pannenkoeken te doen en waarom?
  8. Cosa ti piace mettere sulle frittelle e perché?