Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer alles over persoonlijke voornaamwoorden in de Duitse Akkusativ. Ontdek hoe voornaamwoorden veranderen afhankelijk van persoon en getal en oefen met voorbeelden zoals mich, dich en ihn. Deze les is gericht op beginners (A1) die Duitse directe voorwerpen willen begrijpen en correct gebruiken in gesproken en geschreven taal.
  1. In de accusatief verandert de vorm van het persoonlijk voornaamwoord afhankelijk van de persoon en het getal.
Person (Persoon)Singular (Enkelvoud)Person (Persoon)Plural (Meervoud)
IchMichWirUns
DuDich IhrEuch
ErIhn SieSie
SieSie
EsEs 

Uitzonderingen!

  1. "U" wordt als formele aanspreking altijd met een hoofdletter geschreven, ook in de lijdende vorm.

Oefening 1: Personalpronomen - Akkusativ

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

sie, uns, euch, ihn, Sie, mich

1. Sie (Plural):
: Er hat ... gestern vormittag getroffen.
(Hij heeft haar gisteren in de ochtend ontmoet.)
2. Ihr:
: Wir haben ... gestern nicht gesehen.
(We hebben jullie gisteren niet gezien.)
3. Sie (Singular):
: Er kennt ... sehr gut.
(Hij kent haar heel goed.)
4. Ich:
: Du hast ... am Donnerstag angerufen.
(Je hebt me donderdag gebeld.)
5. Sie (höfliche Anrede):
: Ich sehe ... dann am Montag!
(Ik zie u dan maandag!)
6. Ich:
: Sie hört ... nicht.
(Ze hoort me niet.)
7. Wir:
: Sie sieht ... heute Nachmittag.
(Ze ziet ons vanmiddag.)
8. Er:
: Ich verstehe ... sehr gut.
(Ik begrijp hem heel goed.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. ___ Montag habe ich um 9 Uhr ein Meeting.

(___ maandag heb ik om 9 uur een vergadering.)

2. ___ Mai beginnt unser neues Projekt.

(___ mei begint ons nieuwe project.)

3. ___ halb acht trinke ich meinen Kaffee.

(___ half acht drink ik mijn koffie.)

4. ___ der Arbeit treffe ich meine Kollegen.

(___ het werk ontmoet ik mijn collega’s.)

5. ___ einem Monat lerne ich Deutsch.

(___ een maand leer ik Duits.)

6. ___ nächster Woche arbeite ich im Büro.

(___ volgende week werk ik op kantoor.)

Persoonlijke Voornaamwoorden in de Akkusativ

Deze les behandelt de persoonlijke voornaamwoorden in de Duitse Akkusativ (lijdende vorm). Je leert hoe deze voornaamwoorden het directe object in een zin vervangen en aangeven om welke persoon, getal en geslacht het gaat.

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden in de Akkusativ?

In het Duits veranderen persoonlijke voornaamwoorden van vorm afhankelijk van de grammaticale functie. In de Akkusativ worden ze gebruikt voor het directe object. Bijvoorbeeld: „Ich sehe dich“ waarin „dich“ het directe object is.

Voorbeeldvormen

  • Ich → mich
  • Du → dich
  • Er → ihn
  • Sie (enkelvoud) → sie
  • Es → es
  • Wir → uns
  • Ihr → euch
  • Sie (meervoud en formele aanhef) → sie/Sie

Let op: de formele aanhef „Sie“ wordt in alle gevallen met een hoofdletter geschreven, ook in de Akkusativ.

Verschillen met het Nederlands

In het Nederlands veranderen persoonlijke voornaamwoorden niet zoals in het Duits; ze blijven meestal hetzelfde in objectposities, bv. „ik“ wordt „mij“ maar „je“ blijft vaak „je“. Duitse verbuigingen maken het leren iets uitdagender, maar helpen bij het correct begrijpen en gebruiken van zinnen.

Handige woorden om te oefenen zijn bijvoorbeeld: mich, dich, ihn, uns – deze corresponderen met ‘mij’, ‘jou’, ‘hem’ en ‘ons’ in het Nederlands.

Leerdoel

Na deze les kun je:

  • De verschillende vormen van persoonlijke voornaamwoorden in de Akkusativ herkennen en gebruiken.
  • Zinnen maken waarin je het directe object correct met een voornaamwoord vervangt.
  • Het verschil begrijpen tussen informele en formele aanspreekvormen in het Duits.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Sophie Schmidt

Internationaal administratief management

Würzburger Dolmetscherschule

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

maandag, 14/07/2025 22:16