Oefening 1: Woordbingo
Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.
Woord | Vertaling |
---|---|
der Kaffee | de koffie |
das Wasser | het water |
ein Butterbrot | een boterham |
die Tomaten | de tomaten |
Salz und Pfeffer | zout en peper |
das Mittagessen | de lunch |
das Obst | het fruit |
das Abendessen | het avondeten |
die Kartoffeln | de aardappelen |
die Nudeln | de pasta |
der Reis | de rijst |
Oefening 2: Tekst
Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.
Das ist der Text des Videos in etwas einfacheren Worten:
Morgens, um etwa sechs Uhr, trinke ich eine Tasse Kaffee und ein Glas Wasser. | ('s Ochtends, rond zes uur, drink ik een kop koffie en een glas water.) |
Um zehn Uhr frühstücke ich: ein Butterbrot, Tomaten, verschiedene Kräuter sowie Salz und Pfeffer. | (Om tien uur ontbijt ik: een boterham, tomaten, verschillende kruiden evenals zout en peper.) |
Zum Mittagessen esse ich Obst, eine Tomate oder eine Gurke. | (Lunchen eet ik fruit, een tomaat of een komkommer.) |
Um fünfzehn Uhr trinke ich eine Tasse Kaffee und esse eine Brezel oder ein Croissant. | (Om vijftien uur drink ik een kop koffie en eet een pretzel of een croissant.) |
Croissants schmecken mir sehr gut. | (Croissants smaken mij erg goed.) |
Um 19 Uhr gibt es Abendessen. | (Om 19 uur is het avondeten.) |
Da koche ich mir etwas: | (Dan kook ik iets voor mezelf:) |
Kartoffeln, Nudeln oder Reis. | (Aardappelen, pasta of rijst.) |
Oefening 3: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. Was trinkt die Person morgens um etwa sechs Uhr?
(Wat drinkt de persoon 's ochtends rond zes uur?)2. Was isst die Person um zehn Uhr zum Frühstück?
(Wat eet de persoon om tien uur als ontbijt?)3. Was gibt es zum Mittagessen?
(Wat is er voor de lunch?)4. Was isst die Person um fünfzehn Uhr?
(Wat eet de persoon om vijftien uur?)Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- Was isst und trinkst du normalerweise morgens zum Frühstück?
- Welches Obst oder Gemüse isst du gern zum Mittagessen?
- Was trinkst du am Nachmittag am liebsten?
- Was kochst du oft zum Abendessen?